Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (4,42 MB)

Lexicon van de poëzie (4,93 MB)

Lexicon van de retorica (1,60 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (3,58 MB)

Lexicon van literaire genres (13,26 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (15,36 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (2,33 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (19,90 MB)



Genre
sec - letterkunde

Subgenre
non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon

Vorige Volgende

experimentele literatuur

In de ruimste betekenis kan deze term elke literatuur aanduiden die zich op enig gebied afzet tegen de heersende conventies, met de bedoeling nieuwe mogelijkheden te openen (vgl. avant-gardekunst). Meer speciaal betreft het literatuur die in de eerste plaats tekengericht is, d.w.z. toegespitst op het spel, op het experimenteren met taalmateriaal. In dat experimenteren wil men de grenzen van het zegbare verleggen en nieuwe betekenislagen aanboren door originele taalcombinaties, tekststructuren e.d. uit te proberen.

In de Nederlandse poëzie is de term ‘experimentele poëzie’ gebruikelijk als synoniem voor de poëzie van de Vijftigers. Hij is daar ontleend aan de Cobraschilderkunst en duidt op het scheppen (schrijven) vanuit het materiaal (de taal), om zo ‘proefondervindelijk’ een betekenis op te bouwen.

In het Nederlandse proza is de term vrij recent in gebruik gekomen om het hele landschap van niet-verhalend creatief proza aan te duiden. Het betreft dan zowel zgn. ‘absoluut proza’, dat de autonomie van het werk voorop stelt en streeft naar maximale exploitatie van de interne betekenisrelaties, als zgn. ‘totaalproza’, waarin een grote heterogeniteit van materiaal verwerkt wordt, om de tekst zo veelzijdig mogelijk naar de werkelijkheid te openen. Bijv. het experimenteel proza van J.F. Vogelaar (o.a. Het mes in het beeld, en andere verhalen, 1976) en Sybren Polet (Ander proza. Bloemlezing uit het Nederlands experimenterende proza van Theo van Doesburg tot heden, 1975). Het proza van Peter Verhelst kan hier eveneens worden vermeld.

Lit: H. Brems, Lichamelijkheid in de experimentele poëzie (1976) • H. Bousset, Schrijven aan een opus (1982) • H. Brems, ‘Experimentele schilderkunst en literatuur’ in Th. Hermans e.a. (red.), Handelingen van het elfde Colloquium Neerlandicum (1992), p. 315-322 • J. Bray, A. Gibbons & Br. McHale (red.), The Routledge companion to experimental literature (2012) • J. Armstrong, Experimental fiction. An introduction for readers and writers (2014).

experimenteel proza experimentelen zie Vijftigers

thematisch veld:

Algemene genre-aanduidingen
Experimentele genres

Literatuurgeschiedenis: periodes, stromingen en groepen
Stromingen

Vorige Volgende