Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdconte philosophiqueEtym: Fr. filosofisch verhaal. Didactisch verhaalgenre uit de 18de eeuw, ontstaan, tegen de achtergrond van het Franse rationalisme (Verlichting), uit het toenmalig succes van imaginaire reisverhalen. De conte philosophique is meestal gebaseerd op het stramien van een enquête of (zoek)tocht. Hierbij wordt dankbaar gebruikgemaakt van het reismotief, wat de schrijvers de gelegenheid biedt hun personages telkens weer in andere situaties dezelfde (filosofische) vragen te laten stellen. Dit heeft mede een losse, episodische plot tot gevolg. De grootmeester van het genre is ongetwijfeld Voltaire met o.m. Babouc ou le monde comme il va (1746), Zadig ou la destinée (1747), Micromégas (1752) en het beroemde Candide ou l’optimisme (1759). Zie ook conte. Lit: Y. Belaval, ‘Le conte philosophique’ in W.H. Barber (red.), The age of the Enlightenment (1967), p. 308-317 J. van den Heuvel, Voltaire dans ses contes (1967) J. Bianco, ‘“Zadig” et l’origine du conte philosophique’ in Poétique 68 (1986), p. 443-461 M.H. Dumeste, Le conte philosophique voltairien: Candide, L'ingénu, Micromégas, Zadig (1995).
|