Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdbouts-rimésEtym: Fr. rijmende einden. Reeksen van rijmende woorden die bedoeld waren als eindrijmen van voor de vuist gemaakte gedichten die eveneens ‘bouts-rimés’ worden genoemd. Het maken van dergelijke poëzie – het idee komt van de 17de-eeuwse dichter Gilles Ménage – werd een geliefd gezelschapsspel in de salons van de 17de en 18de eeuw. Bijv.: ‘Maak een vierregelig gedicht met de rijmwoorden hond, kat, bont, nat’. Als zodanig kan men er verwantschap in zien met het knie(ge)dicht. Een plezierige persiflage hiervan biedt M. Pagnol in zijn Manon des Sources (1952). Een recente Nederlandse bundeling van 'bouts rimés' vindt men in Drs. P revisé (2005) van Jaap van den Born.
|