Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdsalonEtym: Fr. ontvangkamer < It. salone, vergrootwoord van sala = grote zaal. Verschijningsvorm van het sociaal-literaire leven in Frankrijk in de 17de en 18de eeuw. Vanuit een behoefte aan verzet van de ‘stad’ tegen het ‘hof’ hebben de initiatiefneemsters - het waren voornamelijk gastvrouwen - de Italiaanse hofvoorbeelden voor ogen gehad. Kenmerkend voor de literaire salon is de regelmatige bijeenkomst van een groep vrienden, vaak op een vaste dag in de week, die met elkaar converseerden en discussieerden over literatuur, kunst en filosofie. Er heerste gelijkheid der seksen. Ook was er in principe gelijkheid van standen, al leidde dit niet tot democratie. De gastvrouw stond boven de deelnemers en was dikwijls het voorwerp van hun lofprijzingen. Een belangrijke attractie was de beoefening van kunst en spel: woordspel, kaartspel, muziek, amateurtoneel en improvisatie. Men las voor uit eigen recent werk en kwam in contact met passerende buitenlandse gasten. In de loop van de 18de eeuw ging men erg hachelijke wetenschappelijke, filosofische en godsdienstige onderwerpen steeds minder uit de weg. Een toonaangevend salon was het Hôtel de Rambouillet (1618-1660) van Catherine de Vivonne, maar de Franse cultuurgeschiedenis kent er talloze andere van grote betekenis, o.m. die van Mmes de Scudéry, de Tencin, de Lambert, Geoffrin, de Necker, alsook het beruchte salon van Baron d’Holbach waar ook Diderot vaak te gast was. Ondanks hun aristocratische inslag overleefden de salons de revolutie van 1789 (Mme de Staël, George Sand, Nodier) om pas echt te verdwijnen na WO I. Ook andere Europese landen kenden soortgelijke ‘salons’ als trefpunt van de artistieke, intellectuele en maatschappelijke elite. In Engeland kende men de ‘clubs’, in Spanje de ‘foyers’ en ‘tertulia’s’. In Nederland zou men de Muiderkring een vroege vorm van salon kunnen noemen. Aangezien echter in de 18de eeuw op dergelijke bijeenkomsten in Nederland het vrouwelijk element meestal ontbrak, kan men hooguit spreken van salonachtige clubs in die periode, met name in enkele regentenhuishoudens, zoals dat van het Heemsteedse buiten van Cornelis van Lennep. Naast de rederijkerskamers zijn de salons van invloed geweest op het ontstaan van de dichtgenootschappen en andere sociaal-culturele gezelschappen in de 18de en 19de eeuw.
Een avond in de salon van Madame Geoffrin waar Voltaire voorleest uit eigen werk (18e eeuw). [bron: A.G.H. Bachrach e.a. (red.), Moderne Encyclopedie van de Wereldliteratuur, dl 3 (19802), p. 281].
Lit: M. Magendie, La politesse mondaine et les théories de l'honnêteté, en France, au XVIIe siècle, de 1600 à 1660, 2 dln. (1925) H. Zwager, Waarover spraken zij. Salons en conversatie in de 18de eeuw (1968) J. Adhémar, Au temps des précieuses. Les salons littéraires du XVIIIe siècle (1968) W. van den Berg, ‘Sociabiliteit, genootschappelijkheid en de orale cultuur’ in M. Spies (red.), Historische letterkunde (1984), p. 151-170 H.J. Damave, De Franse salon. Ontstaan, ontwikkeling en maatschappelijke betekenis van een instituut (1986) H. von Heyden-Rynsch, Les salons (1993) F.E. Beasley, Salons, history, and the creation of seventeenth-century France (2006) Ph. Blom, Het verdorven genootschap (2010).
|