Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdMuiderkringDe Muiderking is een 19de-eeuwse romantische (re)constructie uit de omgeving van Potgieter, Drost en Van Lennep, voor een regelmatig op het Muiderslot bijeenkomend gezelschap rondom P.C. Hooft, dat via de latere officiële literaire geschiedschrijving in stand is gehouden. In feite betreft de Muiderkring een netwerk van schriftelijke en mondelinge literaire en algemeen-culturele betrekkingen tussen een aantal vrienden en kennissen uit de culturele bovenlaag van de Republiek in de jaren '20, '30 en begin '40 van de 17de eeuw. Het literaire centrum in Amsterdam was eind 16de, begin 17de eeuw het huis van Roemer Visscher (overleden 1620), waar ook Hooft, Vondel, Reael en De Huybert hun ‘letterkunstige bijeenkomsten’ hielden. Daarna verschoof het zwaartepunt naar de woning van Hooft en zijn eerste vrouw Christina van Erp (overleden 1624), 's winters op de Amsterdamse Keizersgracht, 's zomers op het Muiderslot. Tot de vriendenkring hoorden Tesselschade en Barlaeus, Jacob van der Burgh en Johan Brosterhuysen en de zangeres Francisca Duarte. Tijdens Hoofts tweede huwelijk vanaf 1627, met Eleonora Hellemans, waren er bovendien intensieve contacten met o.a. Daniël Mostaert, Joost en Jacob Baeck, Laurens Reael en Dirk Sweelinck. Tot de minder frequente bezoekers behoorden Huygens, Vondel en Vossius, maar in dit soort gevallen was er schriftelijk contact door middel van brieven en gedichten. Teksten uit de Muiderkring zijn bijeengebracht door M.C.A. van der Heijden in de bloemlezing 't Hoge huis te Muiden (1972), terwijl H.W. van Tricht De briefwisseling van P.C. Hooft heeft uitgegeven (3 dln. 1976-1979), waarin de talrijke contacten van Hooft goed te volgen zijn. De romantische visie op de Muiderkring is te vinden in o.m. P.J. Andriessen, De Muiderkring, of vijftien jaar uit den bloeitijd onzer letterkunde, 1623-1637 (z.j.) en J. Bruineman, Schimmen in het Muiderslot; geschiedenis van het Hooge Huys te Muyen (1973).
Muiderslot waar de Muiderkring geacht werd bijeen te komen (ets 1617). [bron: A.G.H. Bachrach e.a. (red.), Moderne Encyclopedie van de Wereldliteratuur, dl. 6 (1982), p.276].
Lit: P. Leendertz, Uit den Muiderkring (1935) L. Strengholt, ‘Huygens' bezoeken aan de Muiderkring’ in Id., Huygens-studies (1976), p. 127-140 H.W. van Tricht, Het leven van P.C. Hooft (1980), passim, m.n. p. 182-186 H.W. van Tricht, ‘Kastelein van den Huize van Muiden’ in Hooft. Essays (1981), p. 116-126 M. Spies, ‘Van mythes en meningen: over de geschiedenis van de literatuurgeschiedenis’ in M. Spies (red.), Historische letterkunde. Facetten van vakbeoefening (1984), p. 171-193 L. Strengholt, ‘Over de Muiderkring’ in Cultuurgeschiedenis in de Nederlanden van de Renaissance naar de Romantiek, 1986, p. 265-277 (DBNL 2001) M. Smits-Veldt, ‘De Muiderkring in beeld: een vaderlands gezelschap in negentiende-eeuwse schilderijen’ in Literatuur 15 (1998) 5, p. 278-288.
|