Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdteksttypeDe term teksttype wordt aangewend om een groep teksten aan te duiden, zowel literaire als niet-literaire, die bepaalde specifieke kenmerken gemeen hebben. Op basis van een aantal indelingscriteria maakt men een classificatie die de differentiërende tekstkenmerken van elk type in kaart wil brengen. In die zin zijn talloze pogingen tot typologisering ondernomen, waarbij heel wat verschillende criteria werden gebruikt. Typologisering van teksten gebeurt vaak op basis van de communicatiesituatie (zie communicatiemodel). Doorgaans maakt men dan, op grond van hun dominante functies, een onderscheid tussen expressieve, referentiële, appellatieve en artistieke (poëtische) teksten. Men kan teksten ook classificeren op grond van principiële mogelijkheden en combinatiemogelijkheden m.b.t. structuurelementen en structuuraspecten als handeling, toestand, personages, tijd en ruimte binnen het werk, taalsituatie, point of view, voorstellingswijze, enz. In de praktijk is een typologie een classificatie die een reeks objecten in onderscheiden klassen, groepen of soorten onderbrengt waartussen niet zozeer hiërarchische of genetische dan wel structurele relaties gelegd worden (zie ook comparatisme). De roman bijv., een erg heterogeen en gediversifieerd genre, kan aldus op basis van dominante structuurelementen en de wijze waarop deze georganiseerd zijn, onderverdeeld worden in avonturenroman (nadruk op gebeurtenissen), psychologische roman (nadruk op voorstelling en analyse van een personage), tijdroman (nadruk op de setting), enz. Dergelijke indelingen komen niet noodzakelijk overeen met de manier waarop in een cultuur genres en subgenres onderverdeeld en benoemd worden. Het is daarom belangrijk te benadrukken dat typologieën op ahistorische en deductieve wijze te werk gaan: in tegenstelling tot de historische genres (genre) gaan ze uit van bepaalde criteria die de onderzoeker vooraf heeft vastgelegd. Een typologische benadering is dus niet louter descriptief, d.w.z. gebaseerd op een bestaand corpus van teksten. Ze is ook generatief: ze gaat na wat mogelijk is en onderzoekt welk effect die mogelijkheden kunnen sorteren. Een dergelijke ordening is eigenlijk een cognitieve ingreep waarbij aan het object een systematisch karakter verleend wordt. Lit: D. Durišin, Sources and systematics of comparative literature (1974), vooral p. 159-178 K. Zimmermann, Erkundungen zur Texttypologie (1978) K. Canvat, Enseigner la littérature par les genres. Pour une approche théorique et didactique de la notion de genre littéraire (1999).
|