Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdspionageromanRoman gewijd aan een al dan niet fictief geval van spionage, meestal gesitueerd in een land waarmee op het moment van ontstaan werkelijk vijandigheden bestaan of bestaan hebben. De spanning van deze romans berust op het feit dat de geheim agent zijn missie – meestal het verkrijgen van inlichtingen of het vernietigen van een geheim wapen – op vijandelijk grondgebied dient uit te voeren en dus aan voortdurend gevaar onderhevig is. Vanwege de op die manier opgeroepen spanning noemt men de spionageroman ook wel thriller of rekent men hem tot de misdaadliteratuur. Men zou ook van avonturenroman kunnen spreken, omdat deze romans vergelijkbaar zijn met Anthony Hope’s The prisoner of Zenda (1894) en Baroness Orczy’s The scarlet Pimpernel (1905). Bekende schrijvers van spionageromans zijn Len Deighton, John le Carré en Ian Fleming (de schepper van James Bond als agent 007). In Nederland schreef H.J. Oolbekkink spionageromans met een ironische ondertoon: Gifbeker voor een wereldstad (1966) en Afrekening voor een tiran (1966). Guus Kuijer maakte gebruik van het genre voor zijn jeugdboek Een hoofd vol macaroni (1979). Lit: J. Symons, Moord en doodslag. Een geschiedenis van het misdaadverhaal (1976) I. Atkins, The British spy novel (1984) A. Masters, Schrijvers als spionnen (Ned. vert. P. Nijmeijer, 1989) J. Hindermann, Der Britische Spionageroman: vom Imperialismus bis zum Ende des Kalten Krieges (1995) J. v.d. Weide e.a., Misdaad en straf: thrillers, detectives en spionageromans (2001) J. Packer (red.), Secret agents: popular icons beyond James Bond (2009) J. van Cann, De grote crimezone thriller encyclopedie (2009).
|
|