Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdwiegeliedTerm uit de wereld van het lied voor een kinderlied dat bij het wiegen wordt gezongen. Vanouds is het bekend als volkslied-1, bijv. in de vorm van het slaapliedje. Daarnaast is het, vooral sinds de romantiek, als cultuurlied beoefend door Hoffmann von Fallersleben, Schumann, Brahms en vele anderen. Hun wiegeliederen zijn ook in het Nederlands vertaald, bijv. het ‘Poppenwiegelied’ van Carl Reinecke (1824-1910). Zoals het wiegelied zich in de muziek zelfstandig verder ontwikkelde, zonder tekst (bijv. in de ‘berceuses’ van Chopin), zo schreven dichters wiegeliederen zonder directe bedoeling om ze te laten toonzetten. Men denke hier aan P. van Ostaijen, die bovendien soms nog verder ging doordat hij ook de gerichtheid op het kind niet meer beoogde, blijkens zijn ‘Berceuse voor Volwassenen’ (VW Poëzie, dl. 2, 1979, p. 234). Het genre is verwant aan dat van het bakerrijm. Lit: M.J.E. Sanders, Van Hieronymus van Alphen tot Catherina van Rennes (1958) J. de Vuyst, Het Nederlands volkslied (1967) I. & P. Opie (ed), The Oxford nursery rhyme book (19902) J. van der Weg, 'Slaap kindje slaap en Suze nane poppe: het wiegelied als eerste literatuur' in Literatuur zonder leeftijd 9 (1995)35, p. 343-355 M. Meijer, 'Poëzie en de cultuur van het innerlijk' in H. van Lierop-Debrauwer, H. Peters & A. de Vries (red.), Van Nijntje tot Nabokov: symposium 22 januari 1997 Katholieke Universiteit Brabant (1997), p. 144-160 A. de Vries, 'Wanhopig wiegelied' in H. Duits & T. van Strien (red.), Een wandeling door het vak: opstellen voor Marijke Spies (1999), p. 117-120 Chr. Roberts, Heavy words lightly thrown: the reason behind the rhyme (2005).
|
|