Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdromancyclusC. Reeks zelfstandig te lezen romans van één auteur die duidelijk een inhoudelijke samenhang vertonen en die door de auteur dan ook als samenhangend worden gepresenteerd, bijv. door er een speciale cyclustitel aan te geven. Meestal wordt die inhoudelijke samenhang bewerkstelligd doordat dezelfde personages, of de belangrijkste daarvan, in alle afzonderlijke delen optreden. Dat is bijvoorbeeld het geval in de middeleeuwse romancyclus over koning Arthur of in de Lancelot-cyclus. Overigens werden de eerste delen van zulke romancycli niet zelden als op zichzelf staande romans geconcipieerd en pas later in een omvattend raam geplaatst, zoals bijv. het geval is met H. de Balzacs La comédie humaine (1829-1854), die ook wel een roman fleuve genoemd wordt. De roman fleuve vertoont echter doorgaans een hechtere eenheid dan de romancyclus, die eerder een bundeling is van afzonderlijke, maar samenhang vertonende romans. Maar de grenzen tussen de romancyclus en de roman fleuve zijn niet altijd precies aan te geven omdat in beide typen dezelfde personages een rol kunnen spelen, er een vrij lange tijdsspanne in wordt beschreven en er een breed beeld van de historisch-maatschappelijke situatie in kan worden geschetst. Beroemd werd de romancyclus van Emile Zola: Les Rougons-Macquart (20 dln, 1871-1893). Nederlandse voorbeelden zijn Louis Couperus’ Boeken der kleine zielen (4 dln, 1901-1903), S. Vestdijks Anton Wachterromans (8 dln, 1934-1960), A.F.Th. van der Heijdens De tandeloze tijd (7 dln, 1983-2016) en J.J.Voskuils Het bureau (7 dln, 1996-2000). Bij drie- of vierdelige cycli spreekt men respectievelijk van een trilogie of tetralogie. Lit: C. Tazelaar, A.M. de Jong's Merijntje Gijzen-cyclus (1929) M. Hogenbirk, 'Is hij het? Lodewijk van Velthem en de compilator' in B. Besamusca, R. Sleiderink & G. Warnar (red.), De boeken van Velthem: auteur, oeuvre en overlevering (2009), p. 47-72.
|