Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdrepertoire-1Etym: Fr. lijst < Lat. reperire/re-parere = terugvinden, vinden van het gezochte. Lijst van stukken (toneel, muziek) die door een uitvoerend kunstenaar of een gezelschap voor een publiek kunnen worden op- of uitgevoerd. Dikwijls beperkt men de term door hem toe te passen op een reeks uit- of opvoeringen die voor één seizoen op het programma staat. Van sommige stukken wordt gezegd dat ze ‘repertoire houden’, waarmee men bedoelt dat ze regelmatig worden opgevoerd omdat er steeds weer belangstelling van het publiek voor blijkt te bestaan. Dat is bij uitstek het geval met het ‘klassieke repertoire’, de grote klassieken van het theater (Shakespeare, Molière e.v.a.) of de muziekgezelschappen (Beethoven, Brahms, Schubert e.v.a.). De zgn. repertoiregezelschappen brengen vooral uitvoeringen die gebaseerd zijn op de canon-1 van erkende meesterwerken. Lit: F.E. Schulz & W. Algayer, Dramenlexikon (1958) J.R. Taylor, A dictionary of the theatre (19755) G. Opsomer, ‘Drie repertoiretheaters op zoek naar een rol’ in Etcetera 6 (1988) 21/22, p. 2-9 F. Boulangé, Koninklijke Nederduitsche Schouwburg: chronologische lijst van programma’s uitgevoerd door de “Zuid-Hollandsche Tooneelisten” in de Koninklijke Schouwburg Den Haag, 2 dln (1989-1991) M.S. Geesink, ‘De keuze van het repertoire bij de Amsterdamse schouwburg’ in De zeventiende eeuw 6 (1990) 2, p. 83-90 R. Elenbaas, ‘De verbouwing van de Amsterdamse Schouwburg (1663-1665) in relatie tot het repertoire, het publiek en de toneelorganisatie’ in De zeventiende eeuw 20 (2004) 2, p.285-298 E. de Kuyper, Applaus (2012), p. 23-24.
|
|