Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdcontragedichtVorm van intertekstualiteit bestaande uit de omzetting van een bestaand gedicht in zijn tegendeel. Evenals bij de parodie wordt de uitgangstekst op de voet gevolgd, maar - in tegenstelling tot de parodie - wordt de ‘bewerkte’ tekst niet belachelijk gemaakt, en bovendien wordt deze volledig herschreven, en wel in zijn omkering. Een van de beoefenaren van dit genre, Jan G. Elburg, zegt erover: Voortgekomen uit het soort nieuwsgierigheid dat sommige mensen niet doet rusten eer zij een bepaalde grammofoonplaat ook achterstevoren hebben gedraaid uit de neiging, als in de moderne beeldhouwkunst, om soms hol en bol, negatieve en positieve volumen te verwisselen. Zo begint een van de contravormen van Elburg, getiteld ‘Onderdaan van de droogte’ - omkering van ‘De regenkoning’ uit De Oostakkerse gedichten (1955) van Hugo Claus - met de regel De onderdaan van de droogte verzweeg (en blasfemisch haar ogen) Het is het tegendeel van Claus’ regel De regenkoning sprak (en gelovig waren mijn oren). Lit: N. Scheepmaker, 'Contragedicht' in J. Bakker (red.), Maar mooi!: beschouwingen over poëzie (1992), p. 128-130 R. Elshout, 'Duogedichten' in Bzzlletin 28 (1998), 259, p. 58-67.
|