Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdrijmkroniekBenaming uit de 19de eeuw voor de Middelnederlandse historische werken in paarsgewijs rijmende verzen, die in de 13de en 14de eeuw ontstonden. De contemporaine benaming is jeeste of, minder vaak, historie. Het genre is door literatuurhistorici lang beschouwd als een kwaliteitsarme variant van de ridderroman. Voor zover historici wel gebruik maakten van deze bronnen hielden zij weinig rekening met de mogelijke gevolgen van de literaire vormgeving voor de weergave van het verleden. Volgens middeleeuwse maatstaven is er een vergaande verwantschap tussen rijmkroniek en ridderroman; geschiedschrijving was geen zelfstandige wetenschap, maar vormde een onderdeel van de ‘literatuur’. Auteurs van ridderromans en rijmkronieken beschrijven het verleden door toepassing van dezelfde stereotiepe vormgevingsprincipes en literaire conventies. Waarheidspretenties komen in beide genres voor, hoewel rijmchroniqueurs deze serieus trachten te onderbouwen door controleerbare bronnenreferenties. De behoefte de historie te beschrijven overeenkomstig het patroon van hoofse idealen en maatschappelijke of politieke ambities weegt echter zwaarder dan de eis tot een nauwkeurige en betrouwbare weergave. Door een dergelijke opstelling tegenover het verleden bieden de rijmkronieken mogelijkheden inzicht te krijgen in de collectieve geestesgesteldheid van de samenleving of de sociale groepering waarin zij ontstonden en functioneerden. Het genre komt tot bloei in de tweede helft van de 13de eeuw, gelijktijdig met de opkomst van territoriale mogendheden als het graafschap Holland en het hertogdom Brabant. Het stelselmatig streven van de territoriale vorsten om hun gezag over hun onderdanen te vergroten, had regelmatig het ontstaan van oppositionele bewegingen tot gevolg. Dit verklaart de centrale plaats die de auteurs aan de dynastie toekennen. Hun doel is onder meer het maatschappelijk draagvlak van de dynastie te verstevigen. Vooral met het oog daarop wordt het verleden van de dynastie verheerlijkt en de gevoerde politiek verdedigd. De rijmkronieken stimuleren het ontwakend besef dat men onderdaan is van een staatkundig geheel, samengehouden door de vorst. Dit streven heeft alleen effect als het publiek zich aangesproken voelt en zich met het vorstendom en de dynastie kan vereenzelvigen. Daarom wordt de dynastie voorgesteld als de belichaming van het vorstendom, verheven van oorsprong en indrukwekkend in haar optreden; de vorst kan zich meten met de helden uit het verleden: Alexander de Grote, koning Arthur en Karel de Grote. Het excellente verleden van de dynastie legitimeert haar positie en haar eis tot algemene erkenning. Door haar te beschrijven binnen het raam van een hoofs-ridderlijke levensstijl en ideologie, overeenkomstig de voorstellingswereld van de ridderroman, beantwoordt de dynastie in de rijmkroniek aan het verwachtingspatroon van het hofpubliek. Het solidariteitsgevoel tussen dynastie en doelgroep wordt verder bevorderd door de geschiedenis van het vorstendom te beschrijven als een proces waarbij vorst en onderdaan zich samen hebben ingezet voor gemeenschappelijke belangen, vooral in tijden van oorlog. In De Brabantsche Yeesten (ed. Willems, 1839) beschrijft Jan van Boendale de geschiedenis van het hertogdom Brabant tot 1347. De Rijmkroniek van Holland van Melis Stoke (ed. Brill, 1885, ongew. herdr. 1983) bevat de geschiedenis van het Hollandse gravenhuis tot 1305. Beperkter van opzet zijn de anonieme Grimbergsche Oorlog (ed. Serrure & Blommaert, 1852-1854) en Jan van Heelu's Yeeste van den slag van Woeringen (ed. Willems, 1836).
De Rijmkroniek van Jan van Heelu (1440). [bron: J. Deschamps, Middelnederlandse handschriften uit Europese en Amerikaanse bibliotheken (cat. 1970), pl. 32].
Lit: A.L.H. Hage. Sonder favele, sonder lieghen. Onderzoek naar vorm en functie van de Middelnederlandse rijmkroniek als historiografisch genre (1989) J.W.J. Burgers, De Rijmkroniek van Holland en zijn auteurs: historiografie in Holland door de Anonymus (1280-1282) en de grafelijke klerk Melis Stoke (begin veertiende eeuw) (1999) J. Burgers, 'De constructie van het verleden: de Hollandse visie op de Middeleeuwen van de zestiende tot de achttiende eeuw en de centrale plaats daarin van de 'Rijmkroniek' van Melis Stoke' in J. Leerssen & M. Mathijsen (red.), Oerteksten (2002), p. 59-68 F. van Oostrom, Wereld in woorden. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur, 1300-1410 (2013).
|