Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdrei-2Etym: Middelned. rei = reidans < Picardisch rey en Oudfr. raie = vore, streep. Term voor een vorm van dansmuziek (vaak met blaasinstrumenten: ‘pipers’) die in de tweede helft van de 14de eeuw aan het Franse en Engelse hof in zwang kwam, maar van oorsprong uit het Maas- en Rijnland afkomstig is. Deze muziek werd ook gebruikt voor teksten die gezongen werden, meer speciaal voor balladen met refrein (virelai-balladen) die tot de minnelyriek (liefdeslied) gerekend kunnen worden. Veel van deze teksten zijn verloren gegaan omdat ze vaak snel en voor de gelegenheid vervaardigd werden en nauwelijks opgetekend zijn. Een voorbeeld van een rondedans of hovedans, zoals de rei ook wordt aangeduid, is de virelai-ballade ‘Eyn lyedekin’ in het Haagse liederenhandschrift (Die Haager Liederhandschrift, ed. Kossmann, 1940, nr. 48, p. 64-65).
Rondedans in de open lucht op gezongen muziek. Miniatuur uit een handschrift van omstreeks het jaar 1350. [bron: F. Willaert, 'Minneliederen en hofdansen in de veertiende eeuw' in Literatuur 9(1992) 1, p. 12]
Lit: F. Willaert, ‘Het minnelied als danslied. Over verspreiding en functie van een balladeachtige dichtvorm in de late middeleeuwen’ in F.P. van Oostrom e.a. (red.), De studie van de Middelnederlandse letterkunde: stand en toekomst (1989), p. 71-91 F. Willaert, ‘Minneliederen en hofdansen in de veertiende eeuw’ in Literatuur 9 (1992), p. 8-14 F. Willaert, ‘Het zingende hof’ in F. Willaert e.a., Een zoet akkoord. Middeleeuwse lyriek in de Lage Landen (1992), p. 109-123.
|