Algemeen letterkundig lexicon

haplografie

Etym: Gr. haploös (haplous) = éénvoudig, enkelvoudig, niet dubbel; grafein = schrijven.

Term uit de tekstkritiek voor een transmissiefout die eruit bestaat dat een kopiist onbewust en ongewild letters, lettergrepen of een woord overslaat (dus niet schrijft), omdat zijn gedachten sneller gaan dan zijn hand, zoals bijv. blijkt uit een versregel uit de Karel ende Elegast, waar in de overgeleverde versies A en F het werkwoord is weggevallen:

A: Daer van sloeghen groot gheluyt
F: Daer van sloghen groet gheluut
BR:daer was van slagen groet gelu[ut]
K: Dar was van slegen groes gelut
(Karel ende Elegast, dipl. ed. Duinhoven, 1969, p. 30-31, vs. 413).

Het tegenovergestelde van een haplografie is een dittografie.

Lit: A.M. Duinhoven, Bijdragen tot reconstructie van de Karel ende Elegast I (1975), p. 263.

hapax legomenon

haplologie