Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdkinderliteratuurKinderliteratuur verwijst naar boeken (vooral prentenboeken), verhalen en versjes voor lezers vanaf de peuterleeftijd tot ongeveer 11-12 jaar. Kinderliteratuur heeft aldus een meer specifieke, leeftijdgebonden betekenis dan de algemene term jeugdliteratuur. Toen het schrijven voor kinderen in de 18de eeuw snel opgang maakte, lag de term kinderliteratuur voor de hand. De meeste teksten waren immers bestemd voor jonge kinderen. Van Alphen schreef zijn bekende Proeve van Kleine Gedigten voor Kinderen voor zijn zoontjes van drie en vijf. Boeken voor jonge kinderen kiezen vaak de eigen leefomgeving en alledaagse herkenbare gebeurtenissen als onderwerp. Het boek van Ot en Sien (Jan Ligthart & H. Scheepstra) aan het begin van de 20ste eeuw zet de toon. Latere kinderboekenpersonages als ‘Jip en Janneke’ (Annie M.G. Schmidt), ‘Hannes en Kaatje’ (Miep Diekman), ‘Robin’ (Sjoerd Kuyper) en ‘Hannah’ (Kaat Vrancken) volgen in hun spoor. Annie M.G. Schmidt heeft het typische profiel van een kinderboekenschrijfster. In verhalen en versjes richt ze zich tot jonge kinderen, wat in overeenstemming is met haar bekende uitspraak ‘De leeftijd die ik zelf altijd gehouden heb is acht’. Andere auteurs met een uitgesproken voorkeur voor jonge kinderen zijn Astrid Lindgren, Paul Biegel, Joke van Leeuwen en Marc de Bel. Hun verhalen zijn vooral bestemd voor lezers van de lagere school. In de kinderpoëzie blijven de traditionele volksrijmpjes en -liedjes geliefd naast eigentijdse versjes die dicht aansluiten bij de ervaringswereld van het kind. Kinderdichters introduceren het jonge publiek vaak tot humor in rijm, klank- en taalspel. De groeiende belangstelling voor kinder- en jeugdliteratuur weerspiegelt zich in publicaties als de door Leonard de Vries samengestelde bloemlezing Bloempjes der vreugd voor de lieve jeugd (1958) , de vanaf 1965 jaarlijks verschijnende gids Boek en Jeugd en vanaf 1982 het losbladige Lexicon van de jeugdliteratuur. De laatste jaren is er bijzondere aandacht voor ontluikende geletterdheid bij heel jonge kinderen. Zo stimuleert de Stichting Lezen via allerlei initiatieven (bijv. ‘Boekbaby’s’ en voorleesweken) ouders en kinderdagverblijven om baby’s en peuters reeds met boeken vertrouwd te maken. Lit: D.L. Daalder, Wormcruyt met suycker (19762) Jeugdliteratuur, themanummer van Spektator 11 (1981-1982) 2 H. Bekkering e.a. (red.), De hele Bibelebontse berg (1990) J. van Coillie, Leesbeesten en boekenfeesten. Hoe werken (met) kinder- en jeugdboeken? (1999) P. Mooren, H. van Lierop-De Brouwer & A. de Vries (red.), Morele verbeelding: normen en waarden in de jeugdcultuur: bijdragen aan het gelijknamige symposium gehouden op 20 januari 1999 aan de Katholieke Universiteit Brabant (1999) J. van Coillie, ‘Geen brug te ver. Poëzie zonder leeftijd?’ in Literatuur zonder Leeftijd 19 (2005), p. 9-32 J. van Coillie, ‘Geen brug te ver. Poëzie zonder leeftijd II’ in Literatuur zonder Leeftijd 19 (2005), p. 96-112 B.L. Clarc, Kiddie lit: the cultural construction of children’s literature in America (2003) H. Bekkering e.a. (red.), Gerard de Vriend-nummer van Literatuur zonder leeftijd 22 (2008) 77 D. Rudd (red.), The Routledge companion to children's literature (2010) Sh. Wolf e.a. (red.), Handbook of research on children's and young adult literature (2010) J. Mickenberg & L. Vallone (red.), The Oxford handbook of children's literature (2011) J. Van Coillie & J. McMartin (red.), Children's literature in translation: Texts and contexts (2020).
|
|