Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdhumanitair expressionismeBinnen het expressionisme is een tweetal richtingen aan te wijzen: een collectief gerichte groep schrijvers met humanitaire idealen en een veel individualistischer opererende groep dichters. Tussen 1910 en 1920 brak bij veel kunstenaars en intellectuelen het besef door dat de mens zich actief diende in te zetten voor veranderingen in de samenleving. Vooral in landen die betrokken waren in de Eerste Wereldoorlog ontstonden groepen jonge kunstenaars die zich verzetten tegen de geldende moraal en de afzijdigheid van de kunstenaar in een elitair individualisme. Daaruit ontstond een nieuw activisme met belangstelling voor de verhouding tussen individu en gemeenschap. De humanitair expressionisten zagen het individu opgenomen in een kosmische verbondenheid met die gemeenschap. Het humanitair expressionisme is dan ook internationaal gericht (‘volkerengemeenschap’) en pacifistisch. Die maatschappelijke en ethische gerichtheid komt het duidelijkst tot uiting in Duitsland en daar met name in tijdschriften als Der Sturm (1910-1932) geredigeerd door Herwarth Walden en Die Aktion (1911-1932) van Franz Pfemfert. Belangrijke vertegenwoordigers waren Kurt Hiller, August Stramm, Franz Werfel en Georg Trakl. In 1919 stelde Kurt Pinthus de invloedrijke bloemlezing Menschheitsdämmerung samen, waaruit het streven naar een totale verbroedering van de gehele mensheid spreekt. Terugkijkend op het verschijnen van deze bundel zal Marsman het humanitair expressionisme in 1929 karakteriseren als links-revolutionair, activistisch en humanistisch. De beweging voerde een verbeten strijd voor de redding der mensheid, tegen het kapitalisme, dat ze verantwoordelijk achtten voor de oorlog, en tegen het romantisch individualisme. In het Nederlandse taalgebied onderging Marsman enige invloed van het Duitse romantisch expressionisme, maar al vrij snel ontwikkelde hij een eigen vitalisme. Vertegenwoordigers van het humanitair expressionisme zijn eerder te vinden in België: Paul van Ostaijen (alleen in het begin van zijn dichterschap), Wies Moens, Gaston Burssens, Victor J. Brunclair, de vroege Marnix Gijsen, Karel van den Oever, Eug. de Bock e.a. Zij verenigden zich in het tijdschrift Ruimte (1920-1921) dat in tal van bijdragen verbondenheid met het Duitse expressionisme toonde en met het Vlaamse activisme. Lit: L. van Passel, Het tijdschrift Ruimte (1920-1921) als brandpunt van het humanitair expressionisme (1958) Ch. Eykman, Denk- und Stilformen des Expressionismus (1974) A. Jurgens, Bibliografie van het humanitair expressionisme (1981) P. Haderman, ‘Paul van Ostaijen and Der Sturm’ in Paul van Ostaijen en de kunst van zijn tijd 1896-1996 (1997), p. 335-351 A. Deprez, ‘Wies Moens en het humanitair expressionisme’ in A.K.V.S.-schriften (1998) 37, p. 22-35.
|
|