Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermddramatheorieTak van wetenschap die zich als onderdeel van de literatuurwetenschap bezighoudt met de eigenschappen of constanten die bepalend zijn voor het drama als genre en die eigenschappen tracht te beschrijven en analyseren. Binnen de dramatheorie maakt men onderscheid tussen (1) dramatheorie in strikte zin, d.w.z. het onderzoek naar het drama als literaire tekst en als zodanig dus onderdeel van de literatuurwetenschap, en (2) de theaterwetenschap, die zich speciaal richt op de opvoering, d.w.z. de toneelvoorstelling en de (technische) hulpmiddelen die de dramaturg ter beschikking staan om de tekst tot theatergebeuren te maken. Men spreekt daarom ook wel van dramaturgie. De dramatheorie is descriptief en streeft naar het aanwijzen en formuleren van ahistorische of universele kenmerken van het drama die blijkbaar tot de wetmatigheden van het genre behoren. Voorbeelden van zulke universele eigenschappen van het drama zijn het spelend uitbeelden van de tekst, de tijd-ruimtelijke beperkingen ervan, de autonomie van de handeling ten opzichte van bijv. de verteller en de scenische presentatie. Lit: A. Perger, Grundlagen der Dramaturgie (1952) P. Szondi, Theorie des modernen Dramas (1956) B. Verhagen, Dramaturgie (19632) G.B.Tennyson, An introduction to drama (1967) J.I.M. van der Kun, Handelingsaspecten in het drama (19702) S.W. Dawson, Drama and the dramatic (1970) A. van Kesteren & H. Schmid (red.), Moderne Dramentheorie (1975) M. Pfister, Das Drama. Theorie und Analyse (19948) M.B. Smits-Veldt, Het Nederlandse renaissance-toneel (1991).
|