Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdantitheaterBenaming voor toneel dat de ideologische stellingname van schrijvers vertolkt die het theater als ‘fabriek’ van dromen en illusies afwijzen omdat het door zijn vormgeving en spel het recht op antwoord aan het publiek ontzegt. Volgens de voorstanders van het antitheater moet het theater een actieve deelname van alle betrokkenen garanderen, dus inclusief het publiek. Het mag niet langer een instelling of instituut zijn, maar moet een beweging worden en het moet de illusie vervangen door sociale praxis. Er is een duidelijke relatie met het anti-illusionistisch toneel. Sommige auteurs over dit onderwerp zien absurd theater (absurd toneel) en antitheater als synoniemen, terwijl anderen het onderscheid zien in het absurdisme van Albert Camus dat de schrijvers van absurd theater met elkaar gemeen hebben. Synoniem is de term antitoneel. Een bekend voorbeeld van antitheater is P. Handkes Publiksbeschimpfung (1966). In het Nederlandse taalgebied hebben Tone Brulin en Lodewijk de Boer met dit type toneel geëxperimenteerd. Lit: L.W. Nauta, De mens als vreemdeling: een wijsgerige studie over het probleem van de vervreemding in de moderne literatuur (1960) M. Esslin, The theatre of the absurd (1961; reprint 2004) R. Hayman, Theatre and Anti-Theatre. New movements since Beckett (1979) J.L. Styan, Modern drama in theory and practice; vol 2: Symbolism, surrealism and the absurd (1981) M. Prunes, Les théâtres de l'absurde (2005).
|
|