Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdalloniemEtym: Gr. allo = ander; onoma = naam. Het gebruik van andermans naam als pseudoniem, al dan niet met goedvinden of medeweten van de betrokkene. De dichter Maurits Mok publiceerde onder de naam van de zeventiende-eeuwer Jan Luyken Jr. zijn Spiegel van het menselijk bedrijf (1979). T. van Deel publiceerde het door hem geschreven gedicht ‘Op reis met Karel Soudijn’ in De Klopgeest (1974, nr. 19) ondertekend met ‘K. Soudijn’, terwijl deze daar niet van op de hoogte was. De inleiding van De geschiedenis van Caliste (1943) werd ondertekend met ‘J.C. Bloem’ met diens medeweten om verschijning tijdens WOII mogelijk te maken omdat Victor E. van Vriesland toen niet onder eigen naam kon publiceren. H.J. Marsman publiceert onder de naam van de legendarische Friese bard J. Bernlef om associaties met de dichter Hendrik Marsman te vermijden. Synoniem: leennaam. Lit: W. Hazeu, Het literair pseudoniemen boek (19872).
|
|