Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdcentoEtym: It. < Lat. cento = lappendeken, lapwerk. Literaire tekst, meestal een gedicht, gekenmerkt door het creatief invlechten van citaten van andere, bekende auteurs of teksten, vaak bewust uit hun context geciteerd. De auteur demonstreert hiermee zijn belezenheid en appelleert aan het plezier van de herkenning bij een geletterd publiek. Doorgaans beoogt een cento een komisch effect (parodie). Met plagiaat heeft dit alles niets te maken, omdat het in feite een hommage is aan de tekst waaraan ontleend wordt. Bekend zijn de Homeruscento’s uit de hellenistische en Byzantijnse tijd, de Vergiliuscento’s van Ausonius en Proba, de 11de-eeuwse Ecbasis Captivi (ed. Trillitzsch, 1964) en de Fergus (ed. Frescoln, 1983) van Guillaume le Clerc en later in de renaissance de Petrarca-cento’s. Een invloedrijk 16de-eeuws voorbeeld is de Politica (1589) van Justus Lipsius. Uit de 17de eeuw kunnen worden genoemd Daniel Heinsius’ Hymnus of lof-sanck van Bacchus (1614) en Lof-sanck van Iesus Christus (1616). Ook nu nog worden dergelijke teksten geschreven, maar dan vooral met humoristische of satirische bedoelingen. Een betrekkelijk recent voorbeeld zijn de liedjes in de Frater Venantius-sketch van Wim Sonneveld. Onzeker hierbij is of de vaak subtiele intertekstualiteit wel door het grote publiek werd opgemerkt. Dat is duidelijk wel het geval in bijv.: Zie de maan schijnt door de bomen, De postmoderne schriftuur maakt graag gebruik van deze techniek, zelfs in proza. Een goed voorbeeld is de (onafgewerkte) romancyclus van Renaud Camus, Les Eglogues (1975-1982). Zie ook collage. Lit: O. Delepierre, Tableau de la littérature du centon (1874-1875) J. Lafond, ‘Le centon et son usage dans la littérature morale et politique’ in J. Lafond & A. Stegmann (red.), L’automne de la Renaissance 1586-1630 (1981) , p. 117-125 R.M.T. Zemel, Op zoek naar Galiene. Over de Oudfranse Fergus en de Middelnederlandse Ferguut (1991), p. 69 G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 2 (1994), kol. 148-157 R. Schembra, Homerocentones (2007).
|