Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermddiscours socialEtym: Fr. < Lat. discursus < discurrere = uiteenlopen, heen en weer lopen, bespreken. Term uit de sociokritiek, vooral geassocieerd met de Belgisch-Canadese onderzoeker Marc Angenot. Men bedoelt ermee: al wat (inclusief de manier waarop) gezegd wordt (en bij uitbreiding: geschreven, gedrukt, vertoond, e.d.) in een bepaalde gemeenschap en op een bepaald moment. Dit komt neer op de manier waarop die gemeenschap zichzelf gestalte geeft in gesproken en geschreven teksten. Dit ‘al wat’ vormt een schijnbaar vormloos geheel dat bij nader onderzoek toch gebaseerd is op genresystemen, topoi (topos), argumentatiestructuren en verhaalvormen die in een bepaalde gemeenschap het ‘zegbare’ en het ‘schrijfbare’ organiseren. Het discours social is met andere woorden meer dan louter de optelsom van individuele teksten en uitspraken. Deze laatste zijn veeleer te beschouwen als het gevolg van wat er aan interesses leeft in de gemeenschap en zijn als het ware doordrongen van de ideeën, gezichtspunten, appreciaties en definities van ‘de anderen’ (intertekstualiteit). De verschillende vormen van vertellen, voorstellen, discussiëren, enz. werken hierbij op elkaar in (interdiscursiviteit). Daardoor mag bijv. het ‘verheven’ discours van bellettrie, filosofie of wetenschap niet los gezien worden van meer ‘triviale’ vormen zoals het discours van de straat of datgene wat dagelijks via de massamedia op ons afkomt: pas door deze laatste vormen van discours worden de eerstgenoemde ‘leesbaar’. De analyse van zo’n gelaagd geheel van uitspraken maakt het mogelijk de eigenheid en de heterogeniteit van een gemeenschap op een welbepaald moment te tonen. Ze biedt een correctie op de courante veralgemeningen over ‘de wereldbeschouwing’ van een periode, die vaak te snel gemaakt worden op grond van een niet representatieve selectie van geprivilegieerde teksten. Lit: Discours social / Social discourse (tijdschrift 1988-) M. Angenot, 1889. Un état du discours social (1989), vooral p. 13-39.
|