Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdchiasme
Etym: Gr. chiasmos = kruisstelling, plaatsing in de vorm van de Griekse letter X (chi). Term uit de stijlleer ter aanduiding van een syntactische stijlfiguur waarbij herhaling (repetitio) niet parallel plaatsvindt, maar kruiselings (vandaar ook ‘kruisstelling’). Anders gezegd, twee paren van woorden of woordgroepen worden in kruis gesteld, zodat één correspondeert met vier en twee met drie. Enkele voorbeelden: De zoldering was wit en rood en goud. Het leven droom en droom het leven soo gelijck? Die Kunst ist lang, und kurz ist unser Leben. In Kloos’ ‘Inleiding’ bij de gedichten van Perk komt een voorbeeld van een chiasme in prozavorm voor: Gene leeft in het zien, maar ziet in het leven slechts een schijn, deze ziet in het leven, schenkend het leven aan den schijn, dien hij er ziet. Men kan het chiasme beschouwen als een variant op het parallellisme, namelijk een herschikking daarvan. Volgens sommigen is het chiasme gebaseerd op de antithese. In ieder geval leent de stijlfiguur zich met zijn symmetrie en spiegeleffect goed voor het tegenover elkaar plaatsen van noties. Lit: H. Horvei, Der Chiasmus, ein Beitrag zur Figurenlehre (1981) J.W. Welch (red.), Chiasmus in antiquity: structures, analysis, exegesis (1981) G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 2 (1994), kol. 171-173 W.E. Engel, Chiastic designs in English literature from Sidney to Shakespeare (2009) J. Pelkey, The semiotics of X. Chiasmus, cognition, and extreme body memory (2017).
|
|