Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdars dictaminisEtym: Lat. vaardigheid van het opstellen, (voor)schrijven; synoniem: ars dictandi. Term uit de retorica voor de vaardigheid van het schrijven van (officiële) brieven en juridische stukken. De nadruk op dit onderdeel van de retorica komt voort uit de juristenpraktijk ten tijde van Karel de Grote en vindt zijn beslag in de 11de eeuw. Vanaf die tijd ontstaan er tal van voorbeeld- en formulierboeken met aanwijzingen voor groetformules waarop men zich – vooral in het onderwijs, maar ook in specifieke beroepen bij bijvoorbeeld kanselarijen en notariaten – kan baseren bij het ontwerpen van stukken en brieven. De brief als kunstvorm kwam al bij de klassieken voor, zowel in proza als in poëzie, in de vorm van briefmodellen van bijv. Cicero en Plinius. De ontwikkeling binnen de ars dictaminis leidde er uiteindelijk toe dat de klassieke tweedeling proza - poëzie gedurende de middeleeuwen uitgroeide tot een verdeling in ‘gebruiksproza’ (sermo simplex), ‘kunstproza’ (dictamen prosaicum), ‘rijmproza’ (mixtum sive compositum) en ‘mengproza’ (prosimetrum). Lit: E.R. Curtius, Europäische Literatur und lateinisches Mittelalter (19789), p. 85-86, 158-163 G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 1 (1992), kol. 1040-1046.
|
|