Christelijke gezangen en liederen(1804)–Aagje Deken, Klaas van der Horst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio L10r] [fol. L10r] CXXVIII. Eerste Paaschlied. Isrels Vorst en Heer, Iesus ligt niet meêr In de grafspelonk, Die hem Iosef schonk. ’t Zegel brak; den steen Wierp een Engel heen; En de wagt, vol schrik, Vlugtte voor Zijn blik. D’ Engel zingt triumf! D’ aarde roept triumf! En dat zegelied Hoort de Priester niet. 2 Van Zijn werk bewust, Ligt de zagte rust Op Zijn stil gelaat, Dat nu vrolijk staat. Mannelijke jeugd Toont verhoogde deugd In Zijn’ heldengeest, Die geen smaad meêr vreest. Vol van Majesteit, Groot in minzaamheid, Zegeviert Gods Zoon Zijne deugd ten loon. 3 Zijn getrouwe schaar, Moedloos in gevaar, Treurend in Zijn’ nood, Weenend om Zijn’ dood, Zal eerlang, verheugd, Deelen in Zijn vreugd; [Folio L10v] [fol. L10v] Knielen voor Zijn’ Heer, Thans geen dooden meêr. Slaat dan ’t helder oog Afgewischt om hoog; En verheft het hart Boven alle smart. 4 Groote Heilland! leef, Groote Lijder! zweef, Als de sterke Held, Boven ’t hoogst geweld; Boven ramp en leed. D’ Englen staan gereed Tot Uw’ dienst en eer, Als hun Opperheer. Alles juicht U aan. Dankbaar aangedaan Bij Uw zegepraal Iuichen w’ in deez’ taal. 5 Onze woonplaats is Thans Uw erfenis; Waar Gij heerscht en werkt, Moeden troost en sterkt, En met majesteit Uw verlosten leidt. In gevaar en strijd’, Blijven w’ U gewijd, Die den zwakken schraagt, En den moeden draagt; Die den strijder kroont, En den lijder loont. 6 Eeuwig leeven wij, Opgewekt als Gij. Englen! roept triumf! Aarde! roep triumf! [Folio L11r] [fol. L11r] Eeuwig leeven wij, Opgewekt, als Hij. Englen! zingt triumf! Aarde! roep triumf! Onze woonplaats is Thans Zijn erfenis. Eeuwig leeven wij Opgewekt, als Hij. Vorige Volgende