Christelijke gezangen en liederen(1804)–Aagje Deken, Klaas van der Horst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio K4v] [fol. K4v] CIX. Jesus gebooren. Laat nu een vrolijk Loflied hooren, De grootste Leeraar is gebooren Die op het aardrijk ooit verscheen; De wolk der dwaaling zal verdwij - - nen, De waarheidszon ’t Heelal beschijnen, ’t Verachtlijk Bijgeloof vliedt heen! 2 Deez’ Leeraar zal den mensch verlichten In zijn belangen, in zijn pligten; De duistre leer van ’t hoogste goed, Met Goddelijk gezag, bepaa - - len, En d’ overtuiging neêr doen daalen In ’t waarheidlievende gemoed. 3 Hij, ’t hoofd van al Gods Heil-Profeeten, Zal needrig’ armoê niet vergeeten, Naar haar begrip met waardigheid, Haar ziel aan stille deugd gewen - - nen, God, als haar Vader, haar doen kennen, Die [Folio K5r] [fol. K5r] ook haar kent, haar mint, haar leidt. 4 Nu zal ’t Berouw, vol zagt vertrouwen, God in Zijn zondaarsliefd’ aanschouwen, Geen bloedig’ offers aan Hem biên. In Iesus leer, in Iesus lee - - ven, Een’ God die gaarne wil vergeeven, Geen toornig God, geen wreeker zien. 5 Geen volk zal nu door ijdel roemen, Zichzelv’ alleen Gods Bondvolk noemen. Wij vieren het Geboorte-feest Van Hem, die elk Zijn gunst verleen - - de, En alle volken t’ zaam veréénde Tot één geslacht, in éénen geest. 6 God heeft aan Zijn’ Zoon geschonken: Wie zucht tot blijdschap voelt ontvonken, Wie dankbaar is, hoor na Gods stem, Die zich ook in ons hart doet hoo - - ren: ‘Dit is Mijn Zoon, door Mij verkooren Tot ’s werelds Heil, gehoorzaam Hem.’ Vorige Volgende