Christelijke gezangen en liederen(1804)–Aagje Deken, Klaas van der Horst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CI. Liefde tot de vijanden. Des menschdoms kindschheid is lang heenen, De Ioodsche schaduw-wet verdweenen; Het ligtgeraakte kindsch verstand Vroeg oog om oog, en tand om tand, Maar ’t door Gods Zoon verlicht gemoed Verwint het kwaade door het goed. 2 De Christnen hooren Iesus spreeken, En, ver van ’t kinderachtig wreeken, Zien z’, in elk leed hun toegebragt, Hun ’s vijands zwakheid en hun kragt; Want driftendienst is slaavernij; En die zijn geest regeert is vrij. 3 De Vijands-liefd’, ons voorgeschreeven, [Folio I6r] [fol. I6r] ô Goede Iesus! leerd’ Uw leeven: Vergeeflijkheid, die Gij geboodt, Vergeeflijk Heilland! leerd’ Uw dood; Dat ieder na Uw Kruis zich keer’, En bidden voor zijn’ vijand leer’. Vorige Volgende