Christelijke gezangen en liederen
(1804)–Aagje Deken, Klaas van der Horst– Auteursrechtvrij
[Folio H2v]
| |
niet, wat God u toe wil voegen,
Derf willig, wat gij hier geniet:
Want ieder stand heeft zijn genoegen,
En ieder stand heeft zijn verdriet.
2 God is de Heer: Zijn gunst en zegen
Verdeelt Hij naar Zijn wijze magt:
Niet zo als wij te wenschen pleegen,
Maar zo als Hij het heilzaam acht.
Durft g’ u vermeten om te denken,
Dat Zijne liefd’ u gantsch vergeet?
Meêr dan wij waard zijn, wil Hij schenken,
En ’t geen Hij schenkt doet ons nooit leed.
3 Verteer dan niet uw leevenskragten,
In knaagend’ onrust en in spijt,
Wil uwen pligt getrouw betrachten,
En smaak ’t genot van uwen tijd.
| |
[Folio H3r]
| |
ô God! dat w’ ons U overgeeven,
Schoon zelfs ons ramp op ramp beloop’,
Te vreden in dit vluchtig leeven,
Met d’ ochtendschemering der hoop.
|
|