Christelijke gezangen en liederen
(1804)–Aagje Deken, Klaas van der Horst– Auteursrechtvrij
[Folio G8v]
| |
tierenheid,
Hebt Gij niet op d’ aard verspreid!
Ach! wie zou U niet beminnen?
Uwe liefderijke hand
Geeft ons voedsel voor ’t verstand,
Voor het hart en voor de zinnen.
2 Stelden wij maar, altoos wijs,
Op Uw zegeningen prijs!
Strekte ’t goed’ ons nooit tot kwaad,
Door verkwistend’ overdaad!
Waren wij maar nimmer slaaven
Van het zinnelijk vermaak;
En bedierf geen valsche smaak
Ooit voor ons Uw beste gaaven!
3 Wisten wij, met onzen staat
Vergenoegd, de juiste maat
Van ’t geen ’t oog vermaakt en streelt,
Van de vreugd, waar ’t hart in deelt,
Altoos overal te treffen;
Was de geest altijd zo kloek,
Dat hij ook van ’t onderzoek
Juist de paalen kon bezeffen.
4 Al Gods schepsel, groot of klein
Is toch
| |
[Folio G9r]
| |
voor den reinen rein.
Dwaaze lust en blinde drift
Strooijen op Gods gaaven gift:
Door na Maatigheid te streeven
Wordt des lichaams heil bewerkt,
Wordt de geest in kragt gesterkt,
Leidt de vreugd ons door het leeven.
|
|