Christelijke gezangen en liederen
(1804)–Aagje Deken, Klaas van der Horst– Auteursrechtvrij
[Folio D11r]
| |
hartstogt denkt,
Aan ’t voorwerp, ’t geen de zinnen
Een diersch genoegen schenkt.
Zou dit de zo gepreezen,
Gepreezen, Gepreezen,
De reine Liefde weezen
Tot U, ô zuivre Geest!
2 Ontëerende gedagte!
Die aan geen Christen voegt.
Uw Goedheid te gevoelen
En dankbaar, vergenoegd
Uw wetten te beleeven,
Beleeven, Beleeven,
Na heiligheid te streeven
Is U beminnen, Heer!
3 Om lief noch leed te wijken
Van ’t geen Uw wet gebiedt;
Het hoog bestuur t’ aanbidden
In al wat ons geschiedt;
Als grond U te beschouwen,
Beschouwen, Beschouwen,
Van ’t onverwrikt betrouwen
Is Liefd’, ô God! tot U.
4 Ach mogten onze driften,
Als gaaven van Uw hand,
Getrouw de wenken volgen
Van ons verlicht verstand!
Dan zouden w’, in ’t
| |
[Folio D11v]
| |
verrichten,
Verrichten, Verrichten,
Van onze groote pligten
Vol vuur, vol ijver zijn.
|
|