Christelijke gezangen en liederen
(1804)–Aagje Deken, Klaas van der Horst– Auteursrechtvrij
[Folio C1r]
| |
2 De Seraf zelf, geplaatst in ’t eeuwig licht,
Is, hoe volmaakt, niet zuiver in Uw’ oogen.
Zijn eerbied dekt voor ’t onbepaald vermogen
Van Uwe deugd, daar hij Uw’ wil verricht,
Zijn aangezigt.
3 En zouden wij, nog in het stof gehuld,
Zo zinnelijk, zo ligt geneigd tot dwaalen,
Voor Uwen throon, met onze deugd nog praalen,
Ach! wie van ons heeft, vrij van alle schuld,
Uw wet vervuld?
4 Ontvang, ô God! in dit zo plegtig uur,
Ons aller wensch, om, in ons volgend leeven,
Met allen ernst, na Heiligheid te streeven!
Hervorm ons zelf, in Uw alwijs bestuur
Naar Uw natuur.
|
|