Goede vrydag ofte Het lijden onses heeren Jesu Christi
(1978)–Jeremias de Decker– Auteursrechtelijk beschermdChristus begraven.De dood hoewel vermant, hoewel ter neêr geveltGa naar voetnoot993
Schijnt meester van het veld,
995[regelnummer]
En all' de vreugd en hoop van 's Heeren bondgenotenGa naar voetnoot995
Met hem in 't graf gesloten.Ga naar voetnoot996
Ghy huysgenoten Gods en jammert niet soo seerGa naar voetnoot997
Op 't graf van uwen Heer;
De rustdag nadert vast, 't sal uwen Heer gelustenGa naar voetnoot999
1000[regelnummer]
Dien dag in 't graf te rusten:
Maer denkt niet dat sijn vleesch sal in het graf vergaen,
O neen, 't sal anders gaen:
God sal dien heyligen weer op een korts verwecken,Ga naar voetnoot1003
En stof en stank onttrecken.Ga naar voetnoot1004
1005[regelnummer]
En ghy, die uwen Heer neemt van het kruys-hout af,
En levert aen het graf,
Het graf, o Ioseph, moet voor sulk een' deugd uw' beenenGa naar voetnoot1007
Steeds sachte rust verleenen.
| |
[pagina 134]
| |
Van nu voortaen en heb ons bros en teeder vleeschGa naar voetnoot1009
1010[regelnummer]
Voor 't duyster graf geen vrees;
Hoe schroomelijk het gaept, en schroomt 'et niet, mijn' leden,Ga naar voetnoot1011
Uw hoofd is voorgetreden.
|
|