Goede vrydag ofte Het lijden onses heeren Jesu Christi
(1978)–Jeremias de Decker– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 87]
| |
Christus verraden, gevangen.O Geldsucht boose prye,Ga naar voetnoot129
130[regelnummer]
Waer vind men schelmerye
Soo schandig, soo veracht,
Waer toe ghy niet en rukt het sterffelijk geslacht?Ga naar voetnoot130-132
Wat derft ghy niet bedrijven,Ga naar voetnoot133
Die om een' hand vol schijven
135[regelnummer]
(O boosheyd al te groot!)
Des levens Vorst verraed, en levert in de dood?Ga naar voetnoot136
Meyneedige, waer henen?Ga naar voetnoot137
Ghy sult 'et feyt bestenen,Ga naar voetnoot138
Waer henen, Iuda? keer,Ga naar voetnoot139
140[regelnummer]
Bevlek uw' handen niet in 't bloet van uwen Heer;
Wacht u des vromen levenGa naar voetnoot141
Om geld ten roof te geven:Ga naar voetnoot142
Dus redent uw gemoed:Ga naar voetnoot143
Doch ghy van geldsucht blind ghy siet niet wat ghy doet:
145[regelnummer]
Ghy hoort na geen geweten;
Maer loopt gelijk beseten
Tot dat vervloekt bestaen.Ga naar voetnoot147
Daer komt het roovers rot, en, booswicht, ghy voor aen:
| |
[pagina 88]
| |
Ghy komt met staven, stocken
150[regelnummer]
En fackels aengetrockenGa naar voetnoot148-150
Als op een' dullen hond;
En kust (dit was de leus) uw' Meester voor den mond:Ga naar voetnoot152
Die op dien kus in handen
Stracx valt van sijn vyanden.Ga naar voetnoot154
155[regelnummer]
O valsche Joabs kus!Ga naar voetnoot155
Verkoopt en levert ghy des menschen Soon aldus?
Verkoopt ghy op dees' wijse,
En tot soo snooden prijseGa naar voetnoot158
Dat kostelijcke bloed,Ga naar voetnoot159
160[regelnummer]
Dat bloed, dat ons den soen des Hemels koopen moet?Ga naar voetnoot160
En kan dat sedig wesenGa naar voetnoot161
Uw herte niet belesen?Ga naar voetnoot162
Staet (dunkt u) sijn gelaetGa naar voetnoot163
Min minnelijk als 't plag om dat het droever staet?Ga naar voetnoot164
165[regelnummer]
Ghy vind hem dus bestredenGa naar voetnoot165
Noch even sacht van seden:Ga naar voetnoot166
Hy raekt, en maekt gesond
Een' uyt den woesten hoop door Simons stael gewond,Ga naar voetnoot167-168
| |
[pagina 89]
| |
En geeft den Simon teekenGa naar voetnoot169
170[regelnummer]
Het ijser op te steken;
En seyt hem ernstig aen,
Wie met den swaerde slaet, die sald'er met vergaen.Ga naar voetnoot169-172
Ghy siet hem daer benevenGa naar voetnoot173
Geen duystre proeve gevenGa naar voetnoot174
175[regelnummer]
Van Goddelijck geweld,Ga naar voetnoot175
Wanneer all' 't krijgsche rot, waer met ghy komt verselt,Ga naar voetnoot176
Op sijn eenvoudig vragen
Wien soeckt ghy? word geslagen
Met doodschrick in 't verstand,Ga naar voetnoot179
180[regelnummer]
En op het woord Ick ben 't, flux neergevelt in 't sand.Ga naar voetnoot177-180
Maer, och! uw' stijve sinnenGa naar voetnoot181
Sijn nergens mee te winnen:
Het bloed-loon dy belooftGa naar voetnoot183
Heeft, Iuda, binnen dy de reden uytgedooft.Ga naar voetnoot184
| |
[pagina 90]
| |
185[regelnummer]
Ghy doet hem flux de banden
Om armen slaen en handen,
In banden laet ghy slaen
Hem, die u van den band des duyvels socht t'ontslaen.Ga naar voetnoot185-188
Hy word aldus gebonden
190[regelnummer]
Sijn' haters toegesonden:Ga naar voetnoot190
En ghy op staende voet
Haelt met de buyl vol gelds een beul in uw gemoed.Ga naar voetnoot192
Hoe vele zijnder heden
Die dy gelijk in seden,
195[regelnummer]
Gelijk in schelmery,
Een strop om hunnen strot soo waerdig zijn als ghy!Ga naar voetnoot196
Men vint 'er noch met hoopen
Die God om goud verkoopen,
Die om het vuyl genot
200[regelnummer]
Van 't ongesielde goud noch siel ontsien noch God.Ga naar voetnoot198-200Ga naar voetnoot200
O geldsucht, boose prye,
Waer vind men schelmerye,
Soo leelijk, soo veracht,Ga naar voetnoot203
Waer toe ghy niet en rukt het sterffelijk geslacht?Ga naar voetnoot204
|
|