Spel met de titels
Een van de meest recente anekdoten die ik heb gehoord, speelt zich af op Aruba waar een ieder, zoals het heet, zijn titel verliest. Hij mag baron zijn of hoogleraar, hij mag een heilige zijn of satanas-himself, als hij maar lang genoeg op Aruba blijft, verliest hij zijn titel of aureool en draagt al spoedig een naam die het meest gelijkenis vertoont met een verbastering van voor- of achternaam.
Deze anekdote betreft de weledelgestrenge heer mr. Jacobus Hendricus Nadi Hernandez, een vrijgezel van achter in de veertig die nogal met moeilijkheden met zijn personeel te kampen had.
Men moet wel toegeven, ditmaal had de heer Hernandez het bepaald getroffen met zijn chauffeur. Die bleek niet alleen een voortreffelijk wagenbestuurder te zijn, neen, hij bezat nog vele andere kwaliteiten. Zo nodig kon hij ook dienst doen als kok, tafelbediende en tuinman. Hij was daarbij, een hoge uitzondering voor een zo uitnemend wagenbestuurder, een punctueel man die zich nimmer aan de invloed van gedistilleerd blootstelde. Ook bij het roken betrachtte hij de matigheid, zodat het interieur van de wagen op plezierige wijze van muffe verbrandingslucht verschoond bleef. In het begin was hij bovendien de eerbiedigheid in persoon.
De eerste morgen dat hij met de Cadillac voorreed, nam hij zelfs de moeite uit te stappen en het portier voor zijn meester open te houden. ‘Goedemorgen, mijnheer Hernandez’ was gedurende de eerste tijd zijn groet. Na enige weken stapte hij niet meer uit de wagen maar beperkte hij zich tot de groet.
De heer Hernandez maakte geen aanmerking, omdat hij daar zelf schuld aan meende te hebben; hij had de chauffeur