Verzameld werk. Deel 2. Gedichten(1985)–Cola Debrot– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Maria Magdalena II Zij liet hem met zijn stroeve glimlach achter, maar huivert voor de zwarte kathedraal. Dan stapt zij binnen en haar hart klopt zachter bij het onthaal in de Romaanse zaal, waar in de wirwar der gewelven huizen, in boze droom door het publiek gekweekt, terwijl een bloedstreep uit de zijden leekt, de uitgeteerde lijven aan de kruisen. ‘O Christus, mocht Uw stervenspijn mij baten nu ik vertwijfeld aan Uw voeten zink, of door het duister van Uw kerk rondschuifel. Ik kuste reeds met hartstocht bovenmate de vreemdling, tot ik van zijn blik opving de sulfren vlam, het teken van de Duivel.’ Vorige Volgende