Vaderlandsche historie. Deel 9
(1842-1866)–Jan Baptist David– Auteursrechtvrij
[pagina 175]
| |
Vyfde hoofdstuk.karel van egmont in gelderland. - dood der koningin van castielje. - philip bereidt zich om haer op den troon te volgen. - de groote raed te mechelen gevestigd. - kryg en bestand met karel van egmont. - philips tweede reis naer spanje. - zyne aenkomst aldaer en verdrag met koning ferdinand. - nieuwe worsteling in gelderland. - dood van philip den schoone. - droefheid en geestverval zyner weduwe joanna. | |
1503-1507.Karel van EgmontGa naar voetnoot(1), AdolfsGa naar voetnoot(2) zoon die, met zyne zuster Philippine te Gent opgevoedGa naar voetnoot(3), en al vroeg in den wapenhandel geoefendGa naar voetnoot(4), deel had | |
[pagina 176]
| |
genomen in Maximiliaens twisten met Frankryk, was, in July 1487, naby Bethune, in 's vyands handen gevallen en, met andere edellieden, naer Abbeville gevoerdGa naar voetnoot(1). Aldaer, onder franschen invloed, duerde het niet lang of de jonge vorst begon te denken aen herstelling in de erflanden zyner voorouders, en schreef reeds in 1490Ga naar voetnoot(2) aen de Gelderschen om door hen tot natuerlyken heer en hertog erkend te worden, met verzoek tevens van geldmiddelen aen te schaffen voor de betaling van zyn rantsoen, gesteld op 80,000 goudguldenGa naar voetnoot(3). Deze bede vond gunstig gehoor by de geldersche ridderschap en steden, die nimmer burgondischgezind waren geweest, en op dat oogenblik, te midden der Vlaemsche onlusten, meer dan ooit de hoop koesterden van hare vorige onafhankelykheid weêr te krygen. Voeg daer by dat Karels zuster, sedert een vyftal jaren gehuwd aen hertog René van LorreynenGa naar voetnoot(4), haer broeder in de hand | |
[pagina 177]
| |
werkteGa naar voetnoot(1), die mede ondersteund werd door het huis van BourbonGa naar voetnoot(2), terwyl de fransche politiek er immer op uit was om de zaken hier te lande te verwarrenGa naar voetnoot(3): en men zal niet verwonderd zyn dat Karel van Egmont eerlang op vrye voeten kwamGa naar voetnoot(4). In Maert 1492 zag hy zyn vaderland weder, na eene afwezigheid van bykans negentien jarenGa naar voetnoot(5): alle de steden ontvingen hem met geestdrift, en meteen was het volk overal in de weer om de vertegenwoordigers der burgondische magt uit te | |
[pagina 178]
| |
dryven. Van zynen kant zond Karel aldra brieven tot den nog levenden keizer Frederik, ten einde zyn erfregt te bewyzen en het verlei der hem toekomende ryksleenen te erlangenGa naar voetnoot(1); doch hebbende daer geen gehoor gevonden, zoo wendde hy zich tot den koning van Frankryk om diens vriendschap en onderstand te verwerven, en slaegde hier beter, als blykt uit den vrede van SenlisGa naar voetnoot(2), alwaer hy als bondgenoot van den franschen vorst opgeteekend staetGa naar voetnoot(3). 't Is waer, die vrede zelf was voor Karel van Egmont eene belemmering, kort daerna nog vermeerderd door het ten troon klimmen van Maximiliaen, behalve dat geldgebrek den kryg tegen diens zoon Philip zoo goed als onmogelyk maekte. De Geldersche zaken sleepten dus jaren, gedeeltelyk doorgebragt in schriftelyke of mondelyke vertoogen by het keizerlyk hof, by de Keurvorsten, by het kamergeregt van Frankfort of op de Ryksdagen, gedeeltelyk ook in vyandlykheden en bestanden met den aertshertog Philip, doch zonder dat | |
[pagina 179]
| |
men door 't een of't ander tot een eind kwameGa naar voetnoot(1). Zoo hing dat, langdurig geschil nog onbeslist in 1504, toen de aertshertog, van zyne reis naer Spanje weêrgekeerd zynde, het besluit nam van er meê door te werken, gelyk hy aen zyn' vader te Inspruck beloofd hadGa naar voetnoot(2). Aldra deed hy in de hollandsche steden het verbod afkondigen van met Gelderland handel te dryvenGa naar voetnoot(3), en zond schepen uit Edam, Enkhuizen, Hoorn en Amsterdam om de Zuiderzee voor de Gelderschen onveilig te houden. Meteen verzamelde hy krygsmagt te 's HertogenboschGa naar voetnoot(4), alwaer eerlang de oorlogsverklaring plegtiglyk uitgetrompet en door een' heraut aen Karel toegezonden werd, terwyl men door andere brieven de Geldersche burgeryen vermaende om den Egmonder af te vallen en Philip tot wettigen heer te erkennen, met bedreiging van straf byaldien zy tegen | |
[pagina 180]
| |
hem dorsten de wapens voerenGa naar voetnoot(1). Men ziet dus dat onze vorst het stuk ernstig meende; doch welken yver hy ook besteden mogt, werd het niettemin September eer hy gereed was om met de vyandlykheden aenvang te maken. Alsdan trok er een leger van dryduizend man de Maes over en nam aen genen kant eenige sloten in, terwyl de Gelderschen, op hunne beurt, de MeyeryGa naar voetnoot(2) overvielen, en daer een aental dorpen neêrblaekten: zoodat het najaer verliep in wederzydsche verwoestingen, doch zonder afdoenden uitslag, toen op eens de aertshertog eene tyding ontving welke hem aen hoogere belangen moest doen denken. Namelyk zyne schoonmoeder, de vrome Isabelle van Castielje was den 26 November 1504 overleden, in den ouderdom van ongeveer 54 jarenGa naar voetnoot(3), en na eene regering van 30. Het ryk van Castielje, met alles wat daertoe behoorde, verstierf aldus op de aertshertogin Joanna | |
[pagina 181]
| |
en haren gemael; maer deze laetste had zoo weinig hart getoond voor Spanje, en was zoo haestig geweest om naer de Nederlanden weêr te keeren, dat men twyfelde of hy wel ooit zyn verblyf zou willen houden in de erfstaten van Joanna, en tevens of deze, ondersteld dat men ze kon overreden om zich van Philip te verwyderen, niet volstrekt onbekwaem zou wezen tot het bestier van uitgebreide koningryken. Isabelle had dan gemeend, vóór hare dood, alle onzekerheid te moeten wegnemen, en, by schikking van uitersten wil, geteekend den 12den October, had zy haren echtgenoot, koning Ferdinand V van Arragon, aengesteld tot eenigen Regent van Castielje, voor zoo lang als hun kleinzoon, hertog Karel, onmondig wezen zou, of tot dat hy den ouderdom van twintig jaren zou bereikt hebbenGa naar voetnoot(1). Men ziet, van onzen aertshertog was hier geene spraek: hy bleef overal uitgesloten, en hadde zich ongetwyfeld aen den laetsten wil zyner schoon- | |
[pagina 182]
| |
moeder moeten onderwerpen, byaldien deze in Spanje zelf ware toegejuicht geweest. Doch vele Grooten van Castielje, het zy uit yverzucht tegen die van Arragon, het zy uit hoop van meer invloed te zullen hebben onder den ligtveerdigen Philip, dan onder diens manhaftigen schoonvader, toonden zich ten hoogste misnoegd over Isabelles schikkingen, tot zoo verre dat zy aenstonds boden zonden naer deze landen, ten einde den aertshertog aen te manen om naer Spanje te komen en zyne eigen regten te doen gelden. Daer had Philip reeds toe besloten, en was door de afgeveerdigden van koning Ferdinand, welke hem kwamen spreken om diens regentschap te erkennen, niet over te halenGa naar voetnoot(1). Verre van daer zelfs, den 14 January 1505, deed hy te Brussel in Sinter Goedelen kerk Isabelles plegtigen lykdienst vieren, en nadat deze geëindigd was, werd hy en zyne gemalin daer uitgeroepen als koning en koningin van Castielje, van Leon en van Grenade, erfprinsen van Arragon, van Sicielje, enz.Ga naar voetnoot(2). Het eenigste | |
[pagina 183]
| |
waer hy ten laetste wilde in toestemmenGa naar voetnoot(1) was, dat zyn schoonvader Castielje bestierde, tot dat hy in persoon met Joanna daer ginge bezit van nemen en de landen zelf regeerenGa naar voetnoot(2). Men begrypt hoe onze vorst gejaegd moest zyn om naer Spanje te verreizen; doch daer bleef hem nog veel te doen, eer hy uit deze landen scheiden kon. Reeds het jaer te voren, namelyk by diploom van 22 January 1504, had Philip aen zyn ParlementGa naar voetnoot(3) een vasten zetel gegevenGa naar voetnoot(4). Sedert de dood van Karel den Stoute, door wien het, in 1473, te Mechelen was gevestigd geweestGa naar voetnoot(5), had dit geregtshof, van daer weggenomen in 1477Ga naar voetnoot(6), op nieuw, en even als ten tyde van hertog Philip den | |
[pagina 184]
| |
Goede, zyne zittingen gehouden in de residentie zelf des landheersGa naar voetnoot(1); maer nu dat onze vorst gereedschap maekte om zich van hier te verwyderen, zoo niet voor immer, ten minste voor eenen geruimen tyd, was hy genoodzaekt zyns grootvaders voorbeeld te volgen, en koos, gelyk hy, de stad van Mechelen tot bestendige verblyfplaets van het ParlementGa naar voetnoot(2), hetwelk voortaen zyn vroegeren naem van Grooten Raed hernam, en dien gevoerd heeft tot aen zyne afschaffing op het einde der achttiende eeuw. Kort na Isabelles pas gemelde uitvaert, vertrok koning Philip naer Hagenau in den ElsaszGa naar voetnoot(3), alwaer de gezanten van Lodewyk XII verwacht werden om met den keizer de voorwaerden van een nieuwen, onlangs gesloten, vredeGa naar voetnoot(4) uit te voerenGa naar voetnoot(5). Hy zelf ging zyn' vader daer vinden om | |
[pagina 185]
| |
met hem van hooge belangen te spreken, en tevens om voor het hertogdom van Luxemburg, in zyns zoons naem, de vereischte hulde te doen aen het hoofd des Ryks. Te dier gelegenheid gaf Maximiliaen hem dan ook het plegtig verlei van Gelder en ZutphenGa naar voetnoot(1), als wilde hy daerdoor het bezit dier landen aen onzen vorst verzekeren: doch zulks deed weinig ter zake, zoo lang men, door magt van wapenen, den strydzuchtigen Karel van Egmont tot onderwerping niet brengen kon. Reeds hadden de Gelderschen, gebruik makende van Philips afwezigheid, het jaer met eenen strooptogt geopend, en vervolgens eenen aenslag op Utrecht beproefd, maer die mislukt wasGa naar voetnoot(2). Ter zelver tyd beriep Karel de steden naer Nymegen, om maetregelen te nemen tot verdediging des landsGa naar voetnoot(3), want hy voorzag dat de kryg in den loop diens jaers met | |
[pagina 186]
| |
nadruk zou doorgezet worden. Inderdaed, koning Philip, alvorens hy naer Hagenau reisde, had door omzendbrieven den dienst der leenmannen ingemaend, zyne huerbenden opgeroepen, en bevel aen de steden gegeven van voetknechten en schansgravers naer 's Hertogenbosch te zenden: zoo dat, by zyne wederkomst in de eerste dagen van Mei, alles nagenoeg gereed was om den krygstogt aen te vangen. Tegen het einde der maend trok hy aen het hoofd van een talryk leger naer Grave. Daer zette hy de Maes overGa naar voetnoot(1) en viel in Gelderland, zich rigtende naer Nymegen, en onder wege een drytal sloten verkrachtende. Aldra werd Nymegen beschoten, doch alleen, naer 't schynt, om de aendacht der bezetting af te leiden; want Philip brak eensklaps op, en voer ongestoord over Waal en Rhyn naer Arnhem, de sterkste vesting des lands, waer hy, den 23 Juny, het beleg om sloeg. | |
[pagina 187]
| |
Dit duerde niet zeer lang, ofschoon die van binnen zich dapperlyk verweerden; maer de aenval was zoo geweldig, dat muren en torens bezweken, en de stad, na twee stormen uitgestaen en een derden voor acht duizend gulden te hebben afgekocht, den 6 July by verdrag overgingGa naar voetnoot(1). Hiermede was Karel van Egmonts magt gebroken; zyne steden, de eene na de andere, onderwierpen zich aen den koning, vele edellieden sloegen insgelyks om, zoodat er weldra aen den Gelderschman niet overbleef dan de kwartieren van Nymegen en van Roermonde, maer die zelfs nog niet geheel. In dezen drang van noodlottige omstandigheden, wat kon de overwonnen vorst doen dan het hoofd in den schoot leggen en zien den vrede te maken, ten minste een schynbaren vrede, tot dat hy 't op eenen anderen boeg wenden kon, en met betere gelegenheid weêrkrygen wat hy thans verloren had? Hy riep dan de hulp in van den Utrechtsten kerkvoogdGa naar voetnoot(2), Philips nabestaende, door wiens | |
[pagina 188]
| |
bemiddeling er aldra een ontwerp van akkoord tot stand kwam. Karel zelf begaf zich, met een vrygeleide, naer het slot van Roozendael by Arnhem, waer de koning zich ophield, en deed voor hem eenen knieval, zeggende: ‘Heer, ik ben uw ootmoedige dienaer, hier gekomen om te verklaren dat ik niet langer tegen u de wapens wil voeren, maer die nederleggen en uwe vriendschap verzoeken met eenen vrede op billyke voorwaerdenGa naar voetnoot(1)’. Philip reikte den smeeker de hand, en beval hem neêr te zittten. Hy ook wenschte een eind aen den kryg te brengen, om gerust naer Spanje te kunnen vertrekken. Tot vrede echter kwam het niet, maer tot een tweejarig bestand, gesloten den 27 July. Binnen dien tyd moesten er van wederzyde bevoegde scheidsmannen gekozen worden om de regten der beide vorsten te onderzoeken en uitspraek te doen, waer ieder vooraf beloofde zich te zullen aen houden. Middelerwyl zouden 's lands steden en sloten in de handen blyven van hem die ze op dat oogenblik bezat, en Karel van Egmont zou den koning vergezellen op | |
[pagina 189]
| |
zyne reis naer Spanje, waervoor hem dry duizend goudguldens zouden afgeteld wordenGa naar voetnoot(1), behalve dat hy gedurende al den tyd dien hy met Philip door zou brengen, eene jaerwedde genieten zou van twaelf duizend pondGa naar voetnoot(2). Zoo was dan de Geldersche twist, ten minste voor eenen tyd lang of liever voor den uitwendigen schyn, bygelegd, en Philip kwam met zyn leger naer deze gewesten terug, latende Gelderland onder het bestier van Hendrik van Nassau, heer van BredaGa naar voetnoot(3). Hy was nog niet lang te Brussel, | |
[pagina 190]
| |
toen nieuwe beslommeringen zyne afreis naer Spanje kwamen verhinderen, behalve dat hy uitstellen moest tot na het kinderbed zyner gemalin, die hem den 13den September, te Brussel, eene derde dochter baerde, met name MariaGa naar voetnoot(1). Koning Lodewyk van Frankryk had slechts twee dochters, en vond er nu zwarigheid in om de oudste aen Philips zoon te laten met de haer beloofde hertogdommen van Burgondië en Bretagne, indien hy geene mannelyke oiren achterlietGa naar voetnoot(2). Zulke afstand zou de fransche kroon merkelyk verzwakt hebben ten voordeele van eenen vorst, die reeds Castielje erven moest, en tot nog veel grootere magt geroepen scheen. Kortom, hy zag van dat huwelyk af, en daer hy in dat oogenblik ziek was, besprak hy, den 31 Mei 1505, by geheime | |
[pagina 191]
| |
schikking van uitersten wil, dat zyne dochter Claudia in den echt zou treden met den graef van AngoulêmeGa naar voetnoot(1), afstammende van wylen Karel V, en zyn naesten erfgenaem in de mannelyke lyn. Van dat oogenblik had Lodewyk XII niets meer over voor koning Philip, met wien hy eerlang in geschil raekte om redenen welke het hier te lang en nutteloos zou zyn op te halenGa naar voetnoot(2). Maer het is niet al. Ook Philips schoonvader, Ferdinand van Arragon, immer op hem gestoord, wist in onderhandeling te treden met Lodewyk XII, en maekte niet alleen vrede met dezen, maer verloofde tevens zyne hand aen diens nicht Germaine de FoixGa naar voetnoot(3): zoodat Philip nu nog gevaer liep een aenzienlyk deel van Joanna's erfenis kwyt te worden, indien er uit dien nieuwen echt kinderen voortkwamen. | |
[pagina 192]
| |
Alles dus drong onzen vorst om zonder langeren uitstel van hier te vertrekken; maer Karel van Egmont, die hem vergezellen moest, zag niet om. Te vergeefs had men hem meer dan eens vermaend of doen vermanen zyn woord te houden; de Gelderschman veinsde geene trouw te hebben in Philips bedoelingen, tot dat deze zelf hem eenen vliesridder zond, met eigenhandige brieven van 31 October om allen argwaen uit zyn hart te verdryvenGa naar voetnoot(1). Alsdan dorst Karel niet meer weigeren: hy kwam eerlang naer Brabant, ontving te Antwerpen de hem beloofde penningen voor de reis, en vertoonde zich aldra te Brussel, doch slechts voor eenige dagen; want hebbende eene goede gelegenheid aengetroffen om zich weg te pakken, verliet hy heimelyk de stad, en ylde spoorslags terug naer Gelderland, last gevende aen eenige vertrouwelingen om zyn gedrag te verschoonen of liever te bewimpelenGa naar voetnoot(2). Koning Philip zag nu wel dat men hem verschalkt had, en dat hy beter zou gedaen hebben | |
[pagina 193]
| |
den voetval van Roozendael voor louter gehuichel te houden; maer nu was het te laet om door nieuwe inspanning van krachten den vlugteling tot gehoorzaemheid te brengen, want zoo zou er zeker nog een jaer verloopen, en misschien de spaensche belangen al meer en meer verward zyn geworden. Philip oordeelde dan dat hy zich door de geldersche aengelegenheden niet mogt laten verhinderen, en vertrok in de maend November naer Middelburg in Zeeland, alwaer hy, den 17den, een kapittel hield van het Gulden Vlies en tien nieuwe ridders koosGa naar voetnoot(1). Acht dagen laterGa naar voetnoot(2) sloten zyne gezanten, te Salamanca, met den koning van Arragon een verdrag, waerby de oneenigheden in der minne werden geëffendGa naar voetnoot(3) en de overvaert naer Spanje vergemakkelykt, zendende kort daerop Ferdinand een aental schepen om zyn' schoonzoon met diens gemalin en gevolg, in Zeeland af te halen. Dit heugelyk nieuws werd aen de provinciën bekend gemaekt door brieven van den 27 De- | |
[pagina 194]
| |
cemberGa naar voetnoot(1), terwyl, daegs te voren, Philip door andere brieven Willem van Croy, heer van ChièvresGa naar voetnoot(2), had aengesteld tot algemeenen stadhouder of landvoogd gedurende zyne afwezigheid, met benoeming van vyf raedsliedenGa naar voetnoot(3) om hem in het bestier te helpen. Eindelyk maekte de vorst zyn testament, gedagteekend uit Middelburg den 2 January 1506Ga naar voetnoot(4), en begaf zich eerlang naer Vlis- | |
[pagina 195]
| |
singen, van waer hy, met Joanna en een talryk gevolg, den 10den January in zee stak, bestaende zyne vloot uit dry en veertig schepenGa naar voetnoot(1). Philip moet, op dat oogenblik, weinig trouw hebben gehad in zynen nabuer den koning van Frankryk, om niet, als vroeger, zynen weg te nemen door diens staten, maer zich aen al de toevallen der zee bloot te stellen in een jaergetyde by uitstek gevaerlyk. Inderdaed zyne reis was even zoo rampspoedig als die zyner zuster in 1497. De twee eerste dagen liepen naer wensch af; de vloot stevende met voordewind door het Kanael en voort naer 't zuiden; overal was niet dan vreugd aen boord; trompetten en klaroenen vervrolykten den togt: en reeds ontdekte men in de verte de spaensche kust, toen op eens de wind slabbakte, en eene volstrekte kalmte voortbragt. Maer deze werd eerlang opgevolgd door eenen allerhevigsten storm van zes en dertig uren, die de bodems uiteen sloeg | |
[pagina 196]
| |
en verstrooide, dusdanig dat het koninklyk schip, speelbal der woeste golven, noordwaerts gestuwd, op den duer verstoken van masten en zeilen, met de grootste moeite eindelyk redding vond in de baei van Southampton, dertig mylen bewesten Londen. Twee andere schepen raekten daer insgelyks binnen, doch wat er van de overige gekomen was, kon niemand vermoeden. De koning vreesde dat zy allen vergaen waren, en schreef naer deze landen om andere, ten einde hy zyne reis mogt voortzettenGa naar voetnoot(1). Philip en zyne gemalin werden in Engeland zeer wel onthaeldGa naar voetnoot(2): ook vertoefden zy daer veel langer dan het noodig scheen, zoo lang zelfs, dat men hier begon te spreken alsof Hendrik VII, door den koning van Frankryk opgestookt, onze vorsten tegen hunnen dank wederhield en hun vertrek belette. Doch zulks was slechts een valsch geruchtGa naar voetnoot(3): | |
[pagina 197]
| |
Philip wachtte naer andere schepen, en nam, 't is waer, den tusschentyd te baet om met den Engelschman nieuwe verbonden aen te gaenGa naar voetnoot(1), ja om zyn' zoon Karel aen Hendriks jongste dochter Maria te verlovenGa naar voetnoot(2), verbindtenis waer echter sedert ook werd van afgezienGa naar voetnoot(3). Middelerwyl had onze vorst, voor en na, tyding ontvangen van zyne vloot die hy verloren achtte. Zy was, na veel worstelens tegen de baren en den wind, zonder groot verliesGa naar voetnoot(4) weêr hereenigd geworden en gelukkiglyk de haven van FalmouthGa naar voetnoot(5) | |
[pagina 198]
| |
ingeloopenGa naar voetnoot(1), alwaer men vervolgens de beschadigde bodems lapte, en in staet stelde om den zeetogt te hernemen. Alles was veerdig omstreeks half April. Alsdan bereidden zich onze vorsten tot hun vertrek, namen afscheid van koning Hendrik en diens Hof, en staken, den 22 AprilGa naar voetnoot(2), uit Falmouth in zeeGa naar voetnoot(3). Dit mael was de reis voorspoediger, zoodanig dat Philip en Joanna den naestvolgenden Zondag, 26 der maend, te CorunnaGa naar voetnoot(4) in Gallicië behouden aen land kwamenGa naar voetnoot(5). Daer was | |
[pagina 199]
| |
hy in het erfryk zyner gemalin en werd er, door den adel zoo wel als door het volk, met geestdrift onthaeld. Zelfs de koning van Arragon, reeds vroeger naer het Noorden gekomen om nader by de kust te wezen, wanneer zyne kinderen landen zouden, had boden vooruitgezonden ten einde Philip te verzoeken zynen weg te nemen over Compostella, alwaer zy elkander zouden ontmoeten; maer onze vorst, door de Castiljaensche edellieden opgestookt, leende daer geen gunstig oor aen. Hy was misnoegd om Ferdinands tweede huwelyk met Germaine de Foix, en wilde nu nog minder dan te voren toestemmen dat zyn schoonvader het bestier van Castielje, gedurende een paer jaren, zou in handen houden, gelyk deze hem deed voorstellen. Om dan Joanna's vader en diens eischen te ontwyken, verliet hy haestiglyk Compostella, en begaf zich naer OrenseGa naar voetnoot(1), alwaer hy het bezoek ontving van den Kardinael XimenesGa naar voetnoot(2), in dat oogenblik | |
[pagina 200]
| |
Groot-Kanselier van Castielje. Deze by uitstek deugdzame kerkvoogdGa naar voetnoot(1) boezemde Philip aenstonds eerbied en vertrouwen in, en bragt het weldra zoo verre dat onze vorst, ten minste voor het uitwendige, zich met zyn' schoonvader verzoende door een verdrag van 27 Juny, waerby Ferdinand het bestier van Castielje aen Joanna en haren gemael overgaf, onder besprek echter dat de geldelyke voordeelen, hem door wylen Isabelle toegezegd, alsmede de Grootmeesterschappen der dry spaensche Ridderorden van Sint Jakob, van Alcantara en van CalatravaGa naar voetnoot(2), waer aenzienlyke inkomsten meê verbonden waren, aen Ferdinand, zyn leven gedurende, blyven zoudenGa naar voetnoot(3). Kort daerop vertrok de koning van Arragon met zyne nieuwe echtgenoot naer Napels, en Philip begon zyne omwandeling in Castielje, waer de | |
[pagina 201]
| |
steden met elkander wedyverden om hem luisterlyk te ontvangen. Maer te midden dier feestelykheden kwamen hem, bykans dag aen dag, kwade berigten uit de Nederlanden. Karel van Egmont had niet lang gewacht om voordeel te trekken uit 's vorsten afwezigheid, en was reeds den 22sten February meester geworden van WageningenGa naar voetnoot(1), voorwendende dat Philip het bestand van 27 July geschonden had, en hy derhalve niet meer verpligt was zich daer aen te houden. Weinigen tyd daerna zond hy vertrouwelingen naer Frankryk, om koning Lodewyk op zyne hand te halen, en dit gelukte. De Franschman had er belang by om Karel van Egmont te rugsteunen, zoodat er aldra een akkoord tot stand kwam, en aenzienlyke geldsommen alsmede gewapende magt aen Philips vyand beloofd werdenGa naar voetnoot(2). 't Is waer, dit alles geschiedde in 't geheim, want Lodewyk wilde zoo min met den keizer als met diens zoon tot dadelyke vyandschap komen; maer wat hy ook doen mogt om zyn spel | |
[pagina 202]
| |
te ontveinzen, Philip had eerlang kennis van het gebeurdeGa naar voetnoot(1), en liet niet na zich daer ernstig over te beklagenGa naar voetnoot(2): tot dat eindelyk de fransche koning genoodzaekt werd het masker af te werpen, en zynen onderstand aen Karel van Egmont gegeven opentlyk te erkennenGa naar voetnoot(3). Middelerwyl had de Geldersche vorst al vry wat vorderingen gemaekt. Grol of Groenloo by Zutphen, Lochem in dezelfde buert waren, naest onderscheiden sloten tot Karel overgegaen, en een groot gedeelte van het platte land erkende insgelyks zyne heerlykheid, ondanks al de poogingen door Willem van Croy, Philips stadhouder, aengewend om diens gezag in Gelderland staende te houden, doch vooral om Noord-Brabant te dekken | |
[pagina 203]
| |
tegen Geldersche overrompeling. Zulks kostte hem groote moeite, want het was niet voorzien, en de geld- zoo wel als andere middelen ontbrakenGa naar voetnoot(1). Gelukkiglyk uitte zich Hendrik VII van Engeland ten voordeele van onzen vorst, en sprak van hulptroepen herwaerts te zenden, om Philips belangen te ondersteunen tegen Karel van Egmont en diens bondgenootenGa naar voetnoot(2). Het is niet dat Hendrik eigentlyk lust tot vechten had: neen, het eenigste wat hy bedoelde, was dat het fransche krygsvolk teruggeroepen wierdeGa naar voetnoot(3), en dat de twistende partyen het door een vergelyk uitmaekten. Onder engelschen invloed werden er dan, in Augusty te Diest, in September te Roermond gesprekken gehouden en | |
[pagina 204]
| |
wederzydsche voorslagen gedaenGa naar voetnoot(1), doch welke kleine hoop gaven van gunstige uitkomstGa naar voetnoot(2), toen zy op eens afgebroken werden door de tyding van Philips dood. Deze treurige tyding was maer al te echt. De koning, na de voornaemste steden zyns ryks bezocht te hebben, trok, in de laetste dagen van Augusty naer het Karthuizer-klooster van Miraflores by Burgos, de hoofdstad van Oud-Castielje, alwaer hy met Joanna moest gekroond worden. Te dier gelegenheid gaf de nieuwe gouverneur, don Juan ManuelGa naar voetnoot(3), een luisterlyk feest aen zyn' meester die, achter het noenmael, om de verduwing te bevorderen, een' tyd lang te peerd reed en vervolgens overging tot het kaetsspel, alsdan het geliefkoosd vermaek der vorsten. Jammer maer, na zich daermede verhit te hebben, dronk hy onvoorzig- | |
[pagina 205]
| |
tiglyk eenen beker koud water, en voelde bykans op het eigen oogenblik eene rilling in zyne leden, voorteeken der koorts. Deze verklaerde zich werkelyk den volgenden nacht, met hevig zydewee. Het kwaed kon echter nog bevochten worden, indien de artsen het waren eens geweest; doch terwyl de spaensche geneeskundigen eene spoedige aderlating voorschreven, wezen hunne belgische ambtgenooten, tot Philips gevolg behoorende, dat middel driftiglyk van der hand, bewerende dat zy des vorsten lichaemsgesteldheid en den aert der ziekte beter kenden. Intusschen bleef de lyder zoo goed als zonder hulp, en de kwael nam derwyze toe, dat hy, voorzien van de heilige Sacramenten, den zesden dag, 25 September, overleed, in den bloeijenden ouderdom van ruim acht en twintig jaren, en slechts vyf maenden na zyne aenkomst in SpanjeGa naar voetnoot(1). Het lyk werd, nog vóór den avond, ten toon gesteld op een praelbed; den volgenden dag gebalsemd zynde, werd het in eene houten met lood bekleede kist gelegd, en naer het klooster van Miraflores gevoerd, tot dat het, overeenkomstig des aflyvigen | |
[pagina 206]
| |
wensch, naer Grenade kon vervoerd, en naest het graf van wylen de koningin Isabelle ter aerde besteld worden. Zyn hart moest naer Brugge worden gedragen, om daer te rusten by het overschot zyner moederGa naar voetnoot(1). Philips weduwe, de beklagenswaerdige Joanna, had het ziekbed haers gemaels geenen oogenblik verlaten, ondanks haren staet van zwangerheid. Na zyne dood was zy ontroostbaer, geheel verslonden in haren rouw, willende nergens van hooren spreken, nergens de hand aen steken, en niet ophoudende van te bidden voor den overledene. Haer hoofd verzwakte van dag tot dag. Den 1sten November deed zy te Miraflores het graf open maken, om zich te verzekeren dat het lyk door de Belgen niet uitgehaeld en naer hun land gevoerd was. Kort daerna ontstond er te Burgos eene besmettelyke ziekte, waerdoor de vorstin als 't ware gedwongen was zich te verwyderen, gelyk zy werkelyk deed; doch niet alleen: neen, in weêrwil van allen tegenstand, beval zy het lichaem haers gemaels te ontgraven, en nam dit meê in zyne kist, overdekt | |
[pagina 207]
| |
met gouden laken en geplaetst op eenen ryk versierden wagenGa naar voetnoot(1). Aldus kwam zy, in de laetste dagen van December, te Torquemada, tusschen Burgos en Valladolid, en hield daer stil, voelende dat hare kraem naby was. Inderdaed, de vorstin beviel, den 14 January 1507Ga naar voetnoot(2), van eene dochter die door Ximenes gedoopt werd en den naem van Catharina ontvingGa naar voetnoot(3). De moeder herwon eerlang | |
[pagina 208]
| |
hare lichaemskrachten, maer die van haren geest kwamen niet weêr. Tegen het einde van April vertrok zy uit Torquemada, vergezeld van Philips overblyfsels, en zwierf, maenden gedurende, in de landstreek rond, van het eene dorp naer het andere, de steden vermydende, meestal reizende in den nacht, tot zy eindelyk toestemde dat het lichaem haers gemaels naer Grenade zou gevoerd worden, en zich liet overhalen om haer verblyf te vestigen in het slot van Tordesillas, een stedeken van CastieljeGa naar voetnoot(1) vernoemd voor zyne schoone ligging en zyne goede lucht. Daer leefde Philips ongelukkige weduwe nog bykans eene halve eeuw, immer treurende, wars van alle tydverdryf, heele jaren doorbrengende in het zelfde vertrek, soms twee en dry dagen vastende, enz. Zy stierf er den 4 April 1555Ga naar voetnoot(2). De vroegtydige en onvoorziene dood des konings was noodlottig voor de belgische edellieden, ambte- | |
[pagina 209]
| |
naren en bedienden die hun' meester naer Spanje gevolgd of sedert derwaert geroepen waren. Joanna konde of wilde voor hen niets doen. Aen het hof, en onder den Castiljaenschen adel, vonden zy nagenoeg niet dan vyanden; het volk haette hen, tot zoo verre dat men voor doodslagen te vreezen hadGa naar voetnoot(1); de vrygevigheid of liever de verkwistingen van Philip, ja alle diens gebreken werden hun te last gelegd: geen wonder derhalve dat al hunne verzoeken afgeslagen, en dat zelfs hunne jaer- of maendgelden niet meer betaeld werden, waerdoor sommigen tot armoede vervielen. De een moest den ander helpen om naer deze landen te kunnen wederkeeren. Hier bragten zy hunnen afkeer van de Spanjaerts meê, en de Belgen, reeds vol van wrevel tegen die vreemdelingen, geloofden dat men hunnen vorst te Burgos vergeven had, wat echter, als geheel ongegrond, dient verworpen te wordenGa naar voetnoot(2). |
|