Vaderlandsche historie. Deel 8
(1842-1866)–Jan Baptist David– Auteursrechtvrij
[pagina 1]
| ||||||||||
Vaderlandsche historie.
| ||||||||||
[pagina 3]
| ||||||||||
Geschiedenis van Belgie onder de Burgondische heerschappy.Eerste hoofdstuk.regering van hertog philip den goede. - hy neemt de wapens op om zyns vaders dood te wreken. - lykdienst te atrecht. - verbonden met de engelschen tegen den dolfyn. - het tractaet van troyes. - onterving en verbanning des dolfyns. - dood van koning hendrik v van engeland. - dood van koning karel vi van frankryk. - kryg tegen diens opvolger karel vii. - beleg van orleans. - de stad verlost door jeanne d'arc. - des hertogs tweede en derde huwelyk. - instelling der orde van het gulden-vlies. | ||||||||||
1419-1430.
Philip, sedert bygenaemd de Goede, was ruim | ||||||||||
[pagina 4]
| ||||||||||
23 jaerGa naar voetnoot(1) toen hy in bezit kwam der erfstaten van BurgondiëGa naar voetnoot(2). Hoewel eergierig zynde, in den vollen bloei der jeugd, en van kindsbeen af geoefend in den wapenhandelGa naar voetnoot(3), had hy echter tot dan geen deel mogen nemen aen den kryg met Engeland, noch aen de twisten met het huis van Orleans. De vader vreesde het dubbel gevaer dat zyn eenige zoon loopen zou van om te komen, het zy door het zweerd des oorlogs, gelyk zyne twee broeders de hertog van BrabantGa naar voetnoot(4) en de graef van NeversGa naar voetnoot(5) op het slagveld van Azincourt, het zy door den dolk des verraeds, gelyk zyne twee neven Lode- | ||||||||||
[pagina 5]
| ||||||||||
wyk en Jan, des konings kinderenGa naar voetnoot(1). Trouwens, indien Philip op de brug van Montereau zyn' vader hadde ter zyde gestaen, het ware duizend tegen één geweest, zoo hy daer levend van ware teruggekomen: of liever de Armagnacs zouden hem op verre na zoo lang niet hebben gespaerd, hadden zy hem kunnen genaken. Maer gelukkiglyk, de jonge vorst hield zyn verblyf, volkomen veilig en ongestoord, in het burgslot van Gent, te samen met zyne moeder Margareet van BeijerenGa naar voetnoot(2), met zyne gemalin Michelle van FrankrykGa naar voetnoot(3), en onder het wakend oog des heeren van Roubais en des bisschops van Doornik, hem tot voogden gegeven. Het was dan ook daer dat Philip de ysselyke tyding kreeg van de moord op zyn' vader gepleegd, den 10 September 1419, door den Dolfyn zyn' eigen zwagerGa naar voetnoot(4). Een der ooggetuigen van het gruwel- | ||||||||||
[pagina 6]
| ||||||||||
stuk, de heer van Neufchâtel, zoo haest hy zelf uit de handen der vyanden was, zond twee boden naer Gent, met brieven voor den pas genoemden kerkvoogd en den heer van Brimeu Philips kamerling, die, op hunne beurt, alle mogelyke omzigtigheid gebruikende, den jongen vorst kennis gaven van hertog Jans onverwachte en rampspoedige doodGa naar voetnoot(1). Des zoons droefheid was allerhevigst, en niet minder die zyner deugdzame echtgenoot, welke, van dat oogenblik, wat men ook doen mogt om haer te troosten, zich voor heil noch vreugd meer vatbaer toonde, maer in eenen staet van kwyning verviel, waer de dood alleen een einde aen stellen kon. Met Michelles gemael was het anders. By hem werd eerlang het hartzeer vervangen door eenen onverzoenlyken haet tegen den moordenaer zyns vaders, en door voornemens van wraekzucht, welke hy besloten had tot alle uitersten te dryven. Na de meeste steden van Vlaenderen bezocht te hebben, zoo om den wederzydschen eed af te nemen en te doen, als om manschap voor den kryg en hulpgel- | ||||||||||
[pagina 7]
| ||||||||||
den te vragen, begaf hy zich, den 7 October, naer Mechelen. Daer hield hy raed met zyne naeste bloedverwanten hertog Jan IV van Brabant, zyn' neef; Jan van Beijeren, Elect van Luik, zyn' oom; de gravin weduwe van Henegau, Margareet van Burgondië, zyne moei; en hertog Adolf van Kleef, zyn' schoonbroederGa naar voetnoot(1). Allen vernieuwden met Philip de verbonden weleer met zyn' vader aengegaen, en beloofden hem in alles te zullen ondersteunenGa naar voetnoot(2). De jonge vorst trok vervolgens naer Atrecht, willende aldaer de plegtige uitvaert des aflyvigen doen vieren, doch meteen, ja vooral zelfs om den invloed en de meesterschap welke hertog Jan te Parys had weten te verwervenGa naar voetnoot(3), staende te houden tegen de poogingen die zyne vyanden zekerlyk aenwenden zouden, ten einde hem daer den voet te ligten. Philip te Ryssel aengekomen zynde, ontving daer | ||||||||||
[pagina 8]
| ||||||||||
een gezantschap uit Parys, belast hem te verklaren dat de burgery der hoofdstad besloten had hem voor te staen tegen de Armagnacs, en zyn gezag alleen te zullen erkennen, stellende zy al haer vertrouwen in hem, gelyk zy gedaen had in wylen zyn' diep betreurden vader. De hertog toonde zich dankbaer voor zulke gunstige gevoelens, en beloofde, van zynen kant, het eerlang zoo verre te zullen brengen, dat er met de Engelschen een bestand gesloten wierde, tot welken einde hy die van Parys aenzocht zaekgelastigden naer Atrecht te zenden tegen den 17den October, om met hem raed te slaen over de middelen welke daertoe best zouden aen te wenden zyn. Na het vertrek der gezanten deed hy brieven schryven aen de noordelyke steden van Frankryk, op wier goede gezindheid hy wist te mogen rekenen, deze insgelyks vermanende om zich op den gestelden dag door afgeveerdigden te Atrecht te doen vertegenwoordigenGa naar voetnoot(1). De Engelschen, na hunne groote overwinning van Azincourt, hadden niet opgehouden vorderin- | ||||||||||
[pagina 9]
| ||||||||||
gen te maken in het hart des Ryks, dusdanig dat zy op dit oogenblik Parys bykans ingesloten hielden, alwaer men reeds gebrek begon te hebben aen levensbehoeften, en de nood dagelyks klom, weshalve de adel zoo wel als het volk snakte naer verandering en naer verlossing. 't Is waer, kort na de dood van hertog Jan, had de Dolfyn beproefd om met koning Hendrik V, alsdan zyn verblyf houdende te Rouaen in Normandyë, een verdrag te treffen, en een eind aen den kryg te stellen. Maer den 12 October werd de engelsche vorst getokkeld door een gezantschap van hertog Philip, die hem insgelyks op zyne hand zocht te brengen, en zulke voorslagen deed, dat de koning geene betere hadde kunnen verlangen. Hy aerzelde niet te min, doch zulks was maer schyn; want ziende aen welken kant de meeste zekerheid was, en kennende de gezindheid veler steden, zond hy aldra gevolmagtigden naer Atrecht, om met den hertog van Burgondië in onderhandeling te tredenGa naar voetnoot(1). Den 13 October werd daer ter stede, in Sint | ||||||||||
[pagina 10]
| ||||||||||
Vedastus kerk, de uitvaert van wylen hertog Jan gevierd met de grootste plegtigheidGa naar voetnoot(1). De bisschop van Amiens deed den dienst; vier andere bisschoppen en negentien gemyterde abten woonden dien by, naest ontelbare heeren en hooge edellieden. Een Dominikaner-monik, vernoemd om zyne welsprekendheid, en belast met de lykrede, was kloekmoedig genoeg om niet alleen den lof des verstorvenen op te halen, maer ook om aen de levenden hunnen pligt voor te houden. Sprekende in den naem van den Koning der koningen, dorst hy uitdrukkelyk verklaren dat de jonge hertog de gepleegde misdaed mogt doen straffen door de wettige regtsmagt, en zelfs deze met zynen arm ondersteunen indien zy te kort schoot; maer dat het hem niet vry stond eigen wraek te oefenen, dewyl de wraek aen God alleen toekomt, volgens de woorden der heilige Schrift, waer God zelf zegt: | ||||||||||
[pagina 11]
| ||||||||||
Mea est ultio, et ego retribuam in temporeGa naar voetnoot(1). Philip voelde weinig trek om den raed des gewyden redenaers te volgen. De wrok dien hy koesterde gaf hem andere voornemens in, en deze werden maer al te veel versterkt zoo door zyne hovelingen, als door de afgeveerdigden der fransche steden, die reeds te Atrecht waren of daer, tegen den besproken dag, aenkwamen. Allen vonden goed dat de hertog den peis maekte, en zich verbonde met den koning van Engeland, om den Dolfyn zyn schelmstuk duchtig betaeld te zetten, met verzekering tevens dat zy, van hunnen kant, alles zouden in het werk leggen om 's konings toestemming te verwerven in hetgeen door den Burgondiër zou bepaeld wordenGa naar voetnoot(2). Hiermede vertrokken de afgeveerdigden, en Philip ging voort met gezantschappen naer Rouaen te zenden of wederkeerig van daer te ontvangen, tot dat ten laetste den 2den December beide vorsten tot akkoord kwamen over de volgende artikelen: 1o Koning Hendrik V van Engeland zou in het | ||||||||||
[pagina 12]
| ||||||||||
huwelyk tredenGa naar voetnoot(1) met Catharina van Frankryk, koning Karels jongste dochter, zonder eenigen bruidschat te eischenGa naar voetnoot(2). 2o Koning Karel zou in bezit blyven van zyne kroon, en al de inkomsten des ryks genieten zyn leven gedurende. 3o Na Karels dood zou de fransche kroon voor altyd overgaen op Hendrik en diens erfgenamen. 4o Om reden van 's konings ziekteGa naar voetnoot(3), welke hem belette zyne landen te bestieren, zou Hendrik van Engeland den titel nemen en den last opladen van Regent des Ryks. 5o De prinsen, de edellieden, de gemeenten en | ||||||||||
[pagina 13]
| ||||||||||
de burgeryen zou den getrouwigheid zweren aen Hendrik als Regent des Ryks, en zich verbinden om hem tot koning te erkennen na Karels dood. Meteen teekende de hertog van Burgondië opene brieven, waerby hy opgemelde artikelen goedkeurde, en belofte deed van ze in 's konings Raed te zullen voorstaenGa naar voetnoot(1). Het eerste waer men thans aen denken moest, was van een eind te stellen aen de krygsbedryven; want zeker het betaemde niet dat hy die er op aenlegde om de erfgenaem der fransche kroon te worden, voort zou gaen met het land te verwoesten en de landzaten te teisteren. 't Is waer, men had daer reeds gedeeltelyk in voorzien by middel eener wapenschorsing, welke alle vyandlykheden rond en omstreeks de stad Parys verbood, van den 21sten November tot den 4den December naestvolgendeGa naar voetnoot(2); doch nu diende het bestand vernieuwd en tot geheel Frankryk uitgestrekt te wordenGa naar voetnoot(3), als wer- | ||||||||||
[pagina 14]
| ||||||||||
kelyk geschiedde door brieven van onderscheidene datums, welke den wapenstilstand verlengden tot den 1sten Maert des volgenden jaers, met besprek tevens van den tusschentyd te zullen gebruiken om eenen vasten en duerzamen vrede te bewerkenGa naar voetnoot(1). Nu werd er nog, vóór het einde der loopende maend December, tusschen den Engelschman en hertog Philip een byzonder verbond gesloten, inhoudende: 1o Dat een van koning Hendriks broeders den echt zou aengaen met eene zuster des hertogsGa naar voetnoot(2). 2o Dat de koning en de hertog elkander zouden minnen en behulpzaem zyn als twee gebroeders. 3o Dat zy de straf van den Dolfyn en van diens medepligtigen in de moord van hertog Jan, gezamentlyk zouden vervolgen. 4o Dat, byaldien de Dolfyn of eenig andere der voorzeide medemoordenaers gevangen wierd genomen, hy zonder des hertogs toestemming niet zou mogen losgelaten | ||||||||||
[pagina 15]
| ||||||||||
worden. 5o Dat de koning van Engeland aen hertog Philip en aen diens gemalin eene jaerlyksche rent van 20,000 pond parisis op vaste goederen toewyzen zou, waervoor hem hulde zou gedaen wordenGa naar voetnoot(1). Zie daer tot welke schandelykheden de hertog van Burgondië uit enkelen wrevel zich liet vervoeren. Hy, een vorst uit het koninklyk stamhuis van Valois, verdraegt niet alleen met den vyand van dat huis om het uit te dooven in het bloed van Karels eenigsten erfgenaem; maer hy smeedt zelfs plannen om de fransche kroon over te zetten aen eenen vreemdeling, en om de eer zoo wel als het geluk van een groot koningryk op te offeren aen zynen persoonlyken wraeklust. 't Is waer, dit verfoeijelyk opzet kon niet worden ten uitvoer gebragt zonder de toestemming van koning Karel; doch die zou men ligtelyk bekomen. De vrienden welke Philip aen het hof had, zyn eigen invloed, en vooral de listen der ontaerde koningin, die thans haren schoonzoon in de hand werkte gelyk zy diens vader gedaen hadGa naar voetnoot(2), waren | ||||||||||
[pagina 16]
| ||||||||||
meer dan genoeg om den ongelukkigen vorst, veeltyds niet wetende wat hy deed, tot allerlei wanbesluiten over te halen. Inderdaed, na eenigen tyd in Vlaenderen te hebben doorgebragt, om zich tot den kryg tegen zyn' zwager te bereiden, vertrok de hertog, in Maert 1420Ga naar voetnoot(1), met een talryk leger en vergezeld van een Engelsch gezantschap, naer Troyes, de hoofdstad van Champagne, in dat oogenblik de gewoone verblyfplaets van koning Karel. Daer werd hy, den 28sten der maend, zeer luisterlyk onthaeld zoo van het volk als van zyn' schoonvader, die hem niet alleen het plegtig verlei gaf van de fransche leenen welke op hem verstorven warenGa naar voetnoot(2), maer den 9 April door een voorloopig verdrag alle des hertogs voorstellen inwilligdeGa naar voetnoot(3). Vervolgens werd er yverig gewerkt om alle tegen- | ||||||||||
[pagina 17]
| ||||||||||
streving van den kant der natie voor te komenGa naar voetnoot(1), en nadat de burgeryen, inzonderheid die van Parys, gewonnen waren, verscheen eindelyk het berucht Tractaet van Troyes, door Karel geteekend den 21 Mei, waerdoor het huwelyk zyner dochter met Hendrik van Engeland bestemdGa naar voetnoot(2), de kroon hem toegezeid, de vrede gesloten, of, om alles in eens te zeggen, de oneer van Frankryk voltrokken werdGa naar voetnoot(3). Hierop volgden aldra belegeringen en veroveringen van steden welke het met den Dolfyn hiel- | ||||||||||
[pagina 18]
| ||||||||||
denGa naar voetnoot(1), zoodat niet vroeger dan den 1sten DecemberGa naar voetnoot(2) de beide koningen met den hertog van Burgondië te Parys hunnen plegtigen intreê deden. Karel koos zyn verblyf in het Huis van Sint PolGa naar voetnoot(3), de Engelschman, alsof hy reeds de fransche kroon droeg, betrok het Louvre-slot, en hertog Philip ging vernachten in zyn Huis van Artois. Daegs daerna kwamen ook de twee koninginnenGa naar voetnoot(4). Den 6 December nam Hendrik bezit van het Regentschap in eene vergadering der dry Ryks-staten, welke hy had byeen geroepen om hen het Tractaet van Troyes te doen bezweren, gelyk zy, naest vele aldaer tegenwoordige edellieden, gereedelyk dedenGa naar voetnoot(5). | ||||||||||
[pagina 19]
| ||||||||||
Wat bleef er thans nog over om aen het schandwerk zyn volle beslag te geven? Niets anders meer dan dat men den Dolfyn voor 's konings vierschaer daegde, om zich te hooren veroordeelen, en door zyn' eigen vader beroofd te worden van al zyne erfregten op den troon van Frankryk. Zoo verre kwam het dan ook. Nadat de hertog van Burgondië, den 23sten December, zyne aenklagt gedaen had voor den koning, te regt zittende in het Huis van Sint Pol, werd de zaek door het Parlement aengetrokken, en den beschuldigde gedagvaerd tegen den 3 January 1421, alwaer hy zich wel wachtte te verschynen, doch niet te min door getuigenissen schuldig aen de moord van hertog Jan erkend zynde, voor eeuwig uit het Ryk verbannen, en onweerdig verklaerd werd om zelfs in de kleinste heerlykheid van het koningryk op te volgenGa naar voetnoot(1). | ||||||||||
[pagina 20]
| ||||||||||
Hierop vertrok Hendrik V welhaest naer Engeland, en hertog Philip kwam naer Vlaenderen, alwaer hy omstreeks denzelfden tyd ernstiglyk bemoeid werd met de onlusten in Brabant verwekt door de echtscheiding van vrouw Jakoba en hare vlugt naer LondenGa naar voetnoot(1). Deze en andere moeijelykheden beletten echter onzen vorst niet dat eigen jaer te DôleGa naar voetnoot(2) eene Hoogeschool te stichten voor de beide Burgondiën, noch den aenkoop te voltrekken van het Naemsche graefschapGa naar voetnoot(3), hebbende hy van toen af gedurig het oog op alles wat hier te lande zynen invloed vermeerderen of zyne heerschappy uitbreiden kon. Van zynen kant beriep zich de Dolfyn wegens het vonnis tegen hem uitgesproken op God en op zynen degen, gelyk hy zelf zeide. Bykans half Frankryk, of nagenoeg alle de provinciën in het | ||||||||||
[pagina 21]
| ||||||||||
zuiden der Loire gelegenGa naar voetnoot(1), heulden met hem, behalve dat ook vele edellieden uit de andere gewesten des Ryks, wien de eer des vaderlands ter herte ging, getrouwelyk zynen standaert volgden, al waren sommigen van hen te voren de Burgondische party aengekleefd geweest. Met hunne hulp zette dan de Dolfyn moedig den kryg voort tegen zyne vyanden, en soms ja met eenig voordeel: toen op het onverwachtst koning Hendrik van Engeland, den laetsten dag van Augusty 1422, te sterven kwam, in den nog jeugdigen ouderdom van 34 jaren. Deze vroegtydige en onvoorziene dood belemmerde grootelyks den hertog van Burgondië, die mede eenige weken te voren zyne gemalin verloren hadGa naar voetnoot(2), en naer Vlaenderen geroepen werd om de onlusten, in de hoofdstad Gent ontstaenGa naar voetnoot(3), | ||||||||||
[pagina 22]
| ||||||||||
te stillen. Maer nauwelyks was hy daer aengekomen, en had hy er de orde hersteld, of hy ontving de tyding van eene nog treuriger dood, die namelyk van koning Karel VI, die den 21 October naestvolgende uit de wereld gerukt werdGa naar voetnoot(1), oud zynde bykans vier en vyftig jarenGa naar voetnoot(2). Dit dubbel sterfgeval redde, mag men zeggen, Frankryk, alsmede het huis van Valois. 't Is waer, Hendrik V liet, uit zyn huwelyk met Catharina, eenen zoon na van denzelfden naem, die koning van Frankryk en van Engeland uitgeroepen werd te Parys en te Londen; maer een kind van tien maendenGa naar voetnoot(3) was een zwakke mededinger ten aenzien van hem, dien nu meer dan half Frankryk voor den alleen geregten erfgenaem der fransche kroon erkende, en die, aen gene zyde der Loire, den koninklyken titel zonder aerzelen aengenomen heb- | ||||||||||
[pagina 23]
| ||||||||||
bende, eerlang zich te Poitiers plegtiglyk deed inhuldigen onder den naem van Karel VIIGa naar voetnoot(1). Ongelukkiglyk waren de hoofden zyner legers niet altyd eensgezindGa naar voetnoot(2), wat dan ook noodwendig wanorde voortbragt in het beleid der krygszaken, en het verlies veler steden en sloten tot gevolg hadGa naar voetnoot(3). De hertog van Bedford, thans Regent van Frankryk voor zynen onmondigen neefGa naar voetnoot(4), verbond zich nauwer dan ooit met dien van Burgondië, terwyl nog Jan de Wyze, hertog van Brittanje op hunne zyde tradGa naar voetnoot(5), dusdaniglyk dat deze dry vorsten met vereende krachten den oorlog tegen den nieuwen koning jaren lang voortzettenGa naar voetnoot(6), niet zonder | ||||||||||
[pagina 24]
| ||||||||||
merkelyke voordeelen, welke vermoedelyk nog grooter zouden geweest zyn, hadde Philip zich niet gedurig moeten verwyderen, uit hoofde zyner worsteling met vrouw Jakoba, wier ryke erfenis hem van toen af de oogen uitstakGa naar voetnoot(1). Een zware veldslag, geleverd den 17 Augusty 1424 en door Karel VII verloren, deed groote afbreuk aen zyne zakenGa naar voetnoot(2), en bereidde van verre het beleg van Orleans, dat op het einde van September 1428 door de Engelschen ondernomen werd. Zy hadden reeds alle de steden en sloten aen dezen kant der Loire veroverd, en indien zy zich van Orleans konden meester maken, zoo was er geen tegenhouden meer aen hunne vorderingen; geheel het zuiden des ryks stond dan open voor de vreemdelingen, dusdaniglyk dat er den koning niet meer overbleef dan de vlugt te nemen naer de bergstreken van Frankryk, en daer zyn lot af te wachten. Men wil zelfs dat hy reeds besloten had, zoo Orleans hem ontviel, met vrouw en kinderen naer Spanje te wyken, en schuilplaets te vragen aen den koning van CastieljeGa naar voetnoot(3). Trouwens de stad liep | ||||||||||
[pagina 25]
| ||||||||||
het grootste gevaer: niet dat zy zwakkelyk verdedigd werd; neen, de burgers, zoo wel als de krygslieden die ze bezet hielden, deden hun uiterste best, en ontzagen goed noch bloed om haer aen den Engelschman te betwisten. Ook hield zy het den ganschen winter tegen, maer raekte toch van maend tot maend al meer in het nauw, en begon ten laetste honger te lyden: toen op het onverwacht eene arme boerendochter van zeventien jaer, de beroemde Jeanne d'Arc, de ongeloofelyke taek oplaedde van Orleans te verlossen en, gelyk heel de wereld weet, dat heldenstuk ten uitvoer bragt. In onderscheidene gevechten, deed zy zulke wonderen van dapperheid en van krygsbeleid, dat zy eindelyk den 8 Mei 1429 de Engelschen dwong het beleg op te breken, na hun meer dan zes duizend man afgeslagen te hebben, terwyl zy kwalyk een honderdtal Franschen verloren hadGa naar voetnoot(1). Orleans was gered. De Engelschen, op hunnen aftogt, verloren nog de stad JargeauGa naar voetnoot(2) met zeer veel krygsvolk, en, vyf dagen daerna, den slag | ||||||||||
[pagina 26]
| ||||||||||
van PatayGa naar voetnoot(1), alwaer zy insgelyks duizende dooden op het veld, en aenzienlyke edellieden in de handen der overwinnaers lieten. Maer het ergste nog van al was dat de moed hun ontzonk, en dat zy voortaen geene trouw meer hadden in hunne eigen magt. De hertog van Burgondië had aen het beleg van Orleans geen deel genomen. Zyn yver voor de Engelsche belangen was zeer verkoeld door het hatelyk gedrag van Glocester in de Henegauwsche zaken, en tevens door de trotschheid van Bedford die, zoo lang hem alles meêging, zyn' zwager op den achtergrond had zoeken te houdenGa naar voetnoot(2). Onze vorst zag duidelyk dat de Engelschen, in de verbonden welke zy aengegaen hadden, niets anders beoogden dan hunne eigen baet, gelyk zy heden nog doen; en alhoewel Bedford, nu hy de neêrlaeg had, op nieuw Philip de mouw begon te stryken, was niet te min de oude vriendschap gebroken, en werd sedert nooit meer goed herknoopt. Van den anderen kant beproefde de Maegd van | ||||||||||
[pagina 27]
| ||||||||||
Orleans, die gemaekt had dat koning Karel den 17 July in de hoofdkerk van Rheims gekroond en gezalfd wierdeGa naar voetnoot(1), om den hertog van Burgondië tot gevoelens van vrede en verzoening over te halenGa naar voetnoot(2). Gelyke poogingen werden aengewend door den franschen koning zelf, wiens toestand van dag tot dag verbeterdeGa naar voetnoot(3); maer dit alles vond tot dan toe weinig ingang by onzen vorst, aen Engeland gebonden door zyne eeden, en nog altyd zeer verbitterd om de moord zyns vaders. Hy had daerenboven, in dit oogenblik, zyne zinnen op iets anders gevestigd, te weten op een nieuw huwelyk. Na de dood zyner eerste gemalin, was de hertog in een tweeden echt getreden met Bonne van Artois des graven dochter van Eu, maer had deze nog geen volle jaer daerna weder verlorenGa naar voetnoot(4), zonder van haer zoo min als van Isabelle kinderen | ||||||||||
[pagina 28]
| ||||||||||
over te houden. Dit mael hertrouwde hy met eene andere Isabelle, des konings dochter van Portugael, wier hand hy sedert een geruimen tyd door een plegtig gezantschapGa naar voetnoot(1) gevraegd had aen haer vader Jan I, bygenaemd den Groote. Het huwelyk, eerst by procuratie te Lisbonne aengegaenGa naar voetnoot(2) den 25 July 1429, werd den 7 January des volgenden jaers te SluisGa naar voetnoot(3) ingezegend door den bisschop van DoornikGa naar voetnoot(4), en daegs daer na te Brugge gevierdGa naar voetnoot(5) met al den luister dien men reeds gewoon | ||||||||||
[pagina 29]
| ||||||||||
was in het hof van Burgondië aen te treffenGa naar voetnoot(1). De feesten duerden acht dagen, en zyn inzonderheid vermaerd om het verwezentlyken van een voornemen dat de hertog sedert lang in 't hoofd had, namelyk de instelling eener nieuwe ridderorde onder den zinnebeeldigen naem van het Gulden Vlies, welks beteekenis immer een geheim is geblevenGa naar voetnoot(2). Op den dag zelf zyner bruiloft, deed de hertog plegtiglyk uitroepen dat, uit byzondere achting voor den ridderstand, tot glorie van God en van onzen Zaligmaker, onder de bescherming en ter eere van de allerheiligste Maegd Maria, en van den doorluchtigen apostel en martelaer Sint AndriesGa naar voetnoot(3), | ||||||||||
[pagina 30]
| ||||||||||
tot verheffing van het geloof en van onze Moeder de heilige Kerk, en tot aenmoediging der deugd en goede zeden, - hy eene Orde en broederschap had opgerigt, zullende bestaen uit een zeker getalGa naar voetnoot(1) van ridders, bygenaemd van het Gulden Vlies, hetgeen eertyds veroverd was door JasonGa naar voetnoot(2); en dat | ||||||||||
[pagina 31]
| ||||||||||
hy aen ieder dier ridders eenen gouden halsband had gegeven, samengesteld uit vuerslagenGa naar voetnoot(1), en versierd met reedsgemeld VliesGa naar voetnoot(2). Voorts beloofde hy de Statuten zyner Orde eerlang te zullen opstellen en bekend maken, gelyk hy werkelyk deed het jaer daerna, ter gelegenheid van het eerste feest der Orde, te Ryssel gevierd op den dag van Sint AndriesGa naar voetnoot(3). Aldaer bevonden zich met den hertog achttien Vliesridders der eerste benoeming, terwyl vier andere, om welke reden dan ook belet derwaert te komen, zich hadden doen vervangen door | ||||||||||
[pagina 32]
| ||||||||||
vier aenzienlyke edellieden, en een enkele, de heer van MassemenGa naar voetnoot(1), sedert de instelling der Orde overleden was. Nadat alle de aenwezigen, met den hertog aen hun hoofd, in Sint Pieters kerk de eerste vespers en, op den feestdag zelf, den godsdienst hadden bygewoond; nadat zy den volgenden dag waren tegenwoordig geweest by eene plegtige lykmisGa naar voetnoot(2), alsmede den 2den December by eene Mis ter eere van O.L.V.Ga naar voetnoot(3), en voor en na aen 's vorsten tafel in zyn hof rykelyk waren onthaeld geweest, begaven zy zich, den derden dag, naer pas gemelde kerk, om, in de gewoone vergaderplaets der kano- | ||||||||||
[pagina 33]
| ||||||||||
niken, kapittel te houdenGa naar voetnoot(1). Daer werden dan ook voor de eerste mael de Statuten der Orde afgelezen, hoofdzakelyk neêrkomende op de pligten der ridders jegens de Orde zelf, jegens haer hoofd en hunne medeleden; op hunne betrekkingen met andere vorsten; op de feesten en groote vergaderingen der Orde; op de berispingen of bestraffingen van hen die, het zy hunne eer, het zy de goede zeden geschonden haddenGa naar voetnoot(2); op de dragt en het eigendom van den halsbandGa naar voetnoot(3); op den keus van nieuwe leden, en op den eed door deze af te leggen | ||||||||||
[pagina 34]
| ||||||||||
in de handen des hertogs; eindelyk op de geldelyke bydragenGa naar voetnoot(1) der medebroedersGa naar voetnoot(2). Ter zelver tyd noemde Philip, voor den geregelden dienst zyner Orde, vier officieren, namelyk een' KanselierGa naar voetnoot(3), eenen Greffier of geheimschry- | ||||||||||
[pagina 35]
| ||||||||||
verGa naar voetnoot(1), een en TresorierGa naar voetnoot(2) en eenen Wapenkoning, ook genaemd Toison d'OrGa naar voetnoot(3). Andere bedienden, | ||||||||||
[pagina 36]
| ||||||||||
als Krygsboden, Archiers, Spaensche en Duitsche Hellebaerdiers, dewyl zy van weinig of geen belang zyn, gaen wy stilzwygend voorby. |
|