Verspreide en nagelaten gedichten
(1869)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij
[pagina 241]
| |
[pagina 242]
| |
Het is der kerk gewijde klok:
Zij klinkt gemoedlik allen vromen,
Doch heeft de booswicht heuren schok
Met schrik en huivring soms vernomen.
Met heuren tonen lenigt zij
Het leed der levensfrissche braven,
En onze doôn vereenigt zij
Verzuchtend in des rusthofs haven.
En dommelt mij bij struik of boom
Die dorpsstem vroeg of laat ten ooren,
Dan wordt in eenen tooverdroom
Mij al het heil der jeugd herboren.
Mij wordt de boezem dan zoo licht,
Der ziele vier ik vollen teugel,
Haast zweef ik, waar mijn dorpjen ligt,
Op vrijen, zaligen dichtervleugel.
|
|