Verspreide en nagelaten gedichten(1869)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 236] [p. 236] Liefde. Wat van der zonne doortinteld den rozen de peerlende dauw is, Wat op het zodentapijt glinstrende sterrekens zijn, Wat diamant en karbonkel, vereend in der krone des vorsten, Dat is liefde gespreid over een maagdlik gelaat. Liefde is lavende dauw in der brandende hitte des levens, Liefde is de geurendste bloem, welke de bane versiert, Liefde is een edelgesteente, dat blik en harte betoovert, Liefde op der liefste gelaat, dat is een hemel op aard'. Vorige Volgende