Verspreide en nagelaten gedichten
(1869)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij
[pagina 214]
| |
[pagina 215]
| |
De Vlaming gaf hem groot gelijk,
En verder menig liefdeblijk.
De Vlaming wrong de dietsche tong
Tot meer dan eenen bokkensprong.
Hij eischte nog, vol medelij,
Veur elken Waal de tale vrij.
Hij toog veur den broeder in den slag -
En deze nam zich het oppergezag.
Gelijkheid! riep men links en rechts -
En weer zijn er heeren, weer zijn er knechts.
Wij Vlamingen hebben, verzwakt en verarmd,
Lang eene slang aan den boezem verwarmd.
De slang, dat is de vreemde spraak,
En onze vernedering - Godes wraak!
|
|