Verspreide en nagelaten gedichten(1869)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 199] [p. 199] Om recht, om taal en vaderland. Gij hoort gewis door nacht en duister, Op veld en wei met zachter klem, Der geesten heimnisvol of gefluister, Des hemels toon, des Scheppers stem? Wat ieder onzer heeft vernomen, Dat worde wijd en zijd gehoord; Wat waar is moet in zangen stroomen, In zangen stroome Godes woord! [pagina 200] [p. 200] Bemint der vaadren reine zeden, En hunnen nooit geknechten moed; Herinnert u, waarom zij streden En storteden hun goed en bloed. De taal was hun de schat der schatten, Zij was en is der vrijheid wal, Zoolang zij bloeit op Vlaandrens matten, Staat onze landaard vast en pal. Bescherm dies, Vader aller volken, Bescherm ons dierbaar kindererf, Verstuif de sombre zuiderwolken, Die woestheid brengen en verderf; Laat ons door vreemden niet verhoonen, Maar zegen 't staal in onzer hand - Wij strijden, bidden, vlaamsche zonen, Om Recht, om Taal en Vaderland! Vorige Volgende