Verspreide en nagelaten gedichten
(1869)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij
[pagina 195]
| |
Vlaamsche taalstrijd. | |
[pagina 197]
| |
[pagina 198]
| |
Wat angstvol doet den booze trillen,
En hem 't geweten wreed doorboort,
Dan ook den rouwige kan stillen,
Dat is het ingeschapene woord.
Wat iedereen met hechten boeien
Aan 't zuiden hecht of aan het noord,
Hetzij daar mos of bloemen bloeien.
Dat is het ingeschapene woord.
Wat Vlaandren maakt tot lustwaranden,
Tot paradijs der Aamstel boord,
Is 't niet de gave uit Godes handen,
Het ingeschapene dietsche woord?
|
|