Verspreide en nagelaten gedichten(1869)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 193] [p. 193] Het hoogste gebod. Des Heilands leer en des Heilands geest Ontvlamden Johannes, den jonger, het meest; Ook wint hij den Heere de heerlikste tallen Op Patmos en in Ephesus' wallen. Nog maakt hij gaarne de boodschap kond, Hij, laatste van den Apostelbond; En laat zich, zwak en gezegend van dagen, Door leerlingen heen ter verzameling dragen. [pagina 194] [p. 194] Met veel te spreken kan hij niet voort, Maar zegt en herzegt hetzelfde woord, Het woord: ‘Mint, kinderkens, mint elkander!’ Hij heeft veur de huidige hoorders geen ander. ‘Waarom die herhaling?’ zoo vraagt er een. Hij antwoordt: ‘Hooger gebod is er geen, Omdat genoeg geschiedt voor den Heere, Indien gij dat enkele houdt in eere!’ Vorige Volgende