Verspreide en nagelaten gedichten(1869)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 142] [p. 142] Pachtersdochterlijn. Daar is in onzen dorpe Een pachtersdochterlijn, Dat melkt en botert als niet een; Het is niet groot en ook niet kleen, Neen, ook niet kleen, Ik wou, het ware mijn! Wacht u voor heure kunsten En voor heur duivelsschoon, Wacht u voor heuren diepen blik, Voor heuren knip, voor heuren strik, Ja, knip en strik, Zoo waarschuwt buurman Toon. [pagina 143] [p. 143] Hetzij ik waak of droome Al met of zonder licht, Ik wane steeds, dat zij mij lacht Zoowel des daags als in der nacht, Ja, in der nacht, Met gullen aangezicht. De strikken, kunsten, knepen, Waar buurman zoo voor schrikt, Die wou ik kennen allegaar; Ik wou, ik ware een tooveraar, Ja, tooveraar, Die 't minnen al beschikt. Dan tooverden wij samen Ons gansche leven door, Dan rees 'ne needre dorperwoon Nog hooger dan een koningstroon, Ja, koningstroon, Met hof en toebehoor. Vorige Volgende