Verspreide en nagelaten gedichten(1869)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 138] [p. 138] Margeriet. Zie ik het dorp met hoven en hagen Glinsteren door het lentevuur, Dan herschemeren, dan herdagen Alle vreugden der landnatuur. Nimmer loeg langs breede wegen, Sedert ik het dorp verliet, Eene bloem zoo lief me tegen Als de kleine Margeriet. In der stad staan vele rozen Aan balkon en venster te pronk, Maar die allen leeren het blozen Zonder zonne- of minnevonk. Hoofsche vlinders fladderen teeder Om die rozen in der stad - Ik herwin Margriete weder, Mijne perel, mijnen schat! Vorige Volgende