Verspreide en nagelaten gedichten(1869)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 134] [p. 134] Herinnering. Wen me de westwind zoetjens streelt, En het maanlicht om mij speelt, In der jente Lieve lente, O dan vlieg ik vrij en vlug Tot der vervlogene jeugd terug. Zedig aanminnig maagdelijn Wenschte mijn, ik - haar te zijn; Van priëelen En kasteelen, Van der liefde duur en macht Droomden wij beide dag en nacht. [pagina 135] [p. 135] Sluimerend lag ik uitgestrekt, Toen ik plotslik werd gewekt Door de nare Droeve mare: ‘'t bloemken, dat ge wenscht geplukt, Is door den hemel u ontrukt!’ Jaren verzwonden en ik zucht Nog om 't heil mij toen ontvlucht. Alle ellende Heeft heur ende - Bij den Schepper, o gewis! Vind ik die eeuwig duur mij is. Vorige Volgende