Verspreide en nagelaten gedichten(1869)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 121] [p. 121] Het kerkhof bij maneschijn. Bleek schittert de maan, bleek flikkert de ster, Doch 't kerkhof klaart er bij op. De herfst, die zachtjens nadert En beuk en olm ontbladert, Die verkreukelt, Al amend, de bloem met den knop. Gods akker is stil en kil als het graf; Hier knielt 'ne weeuw en heur kind. Zij slaan den blik naar hoven, Zij hopen en gelooven: In den hemel Is hij, die ze beide bemint! [pagina 122] [p. 122] Veur weduwe en kind staat doren bij doorn, En kruis bij kruis hier op aard': ‘Laat af zoo droef te weenen, Een graf zal u vereenen - En een drietal Is weer in den hemel vergaard!’ Vorige Volgende