Verspreide en nagelaten gedichten(1869)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 117] [p. 117] De schildwacht. Terwijl door 't boschsmaragd de zonne lacht, Goud sprenklend in het loovergroen, Pinkoogt een kleintjen er zacht; Mops houdt de wacht En stelt als een held zich fier en koen. Dat beeld ontdekt een wandlaar in den bosch, Dicht bij 'nen notelarengroep: Hij ziet er eene hut van leem en mos Met heuren kleinen grauwen stoep. Tot zetel dient die stoep, tot bed en troon Veur een driejarig sluimerend kind, Dat droomt er, geruster dan een koningszoon, Naast trouwen Mops, den boezemvriend. Voort slaapt het bloedjen zacht. Mops houdt de wacht En stelt als een held zich fier en koen; De lentezonne lacht door 't boschsmaragd En sprenkelt goud in 't loovergroen. Vorige Volgende