Verspreide en nagelaten gedichten
(1869)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij
[pagina 69]
| |
[pagina 70]
| |
Heft zich omhoog ten hemel
Op wieken frisch gespierd,
Denkt aan geen laag gewemel,
Steigert en tiereliert;
Hooger en hooger streeft het
Jubelend, flink en kwik,
Boven den nevel zweeft het,
Buiten des spieders blik.
't wil niet gedurig woelen
Als mieren in zand en gras,
't mag niet als wormen krioelen
In den moerassigen plas.
|
|