Verspreide en nagelaten gedichten
(1869)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij
[pagina 65]
| |
[pagina 66]
| |
Geur en genot
Wiegelt en vlot,
Rankt om het venster van hutjen en slot,
Bloeme jasmijn
Riekt niet zoo fijn
Als die bescheidene schijn
Van den toekomenden, stroomenden wijn
De lente rent ten ende!
Bloemeken wuiv',
Kelkjen verstuiv',
Zonne doorzijpe, doorrijpe de druif!
Lentegeneugt
Vliedt u, o jeugd!
Gadert den wijn, zoo ge meugt,
Die u in lateren tijde verheugt -
De lente rent ten ende!
|
|