'De ornamentenversierde cither heraangeraakt'. De metapoëzie van Jacques Hamelink

[p. 15]

Deel I: Poëzie over poëzie

Het eerste deel van deze studie is gewijd aan de theorievorming rond poëzie over poëzie. In het eerste hoofdstuk wordt de terminologie die tot op heden gebruikt is voor dit fenomeen onder de loep genomen. Aangezien er in de wetenschappelijke literatuur veel termen naast elkaar bestaan die elkaar (gedeeltelijk) overlappen, wordt hier een poging gedaan orde te scheppen in de chaos en wordt er gezocht naar de ruimste term, naar een definitie die zo weinig mogelijk uitsluit en toch precies is. Het tweede hoofdstuk biedt een antwoord op de vraag of de zelfbewuste literatuur werkelijk zo navelstaarderig en steriel is als sommigen beweerd hebben. De mogelijke band met de wereld wordt daar onderzocht. Het derde hoofdstuk gaat over de relatie tussen de poëzie over poëzie en de poëtica van een auteur. In het vierde hoofdstuk staat de lezer centraal. Het vijfde hoofdstuk, ten slotte, houdt een voorstel tot typologie in. Het model dat daar voorgesteld wordt, kan gebruikt worden bij de analyse van individuele gedichten, en om de evolutie in een bundel of in het gehele oeuvre van een dichter te beschrijven.